De actieve parkeerassistent kan te vroeg insturen.
De auto stopt niet voor deze objecten.
Daardoor kunt u een aanrijding veroorzaken.
![](../../assets/images/a9ba57d3111964d3354ae3650b7e03bc_1_-----.jpg)
![](../../assets/images/423969810b52a683354ae36531593424_1_-----.png)
![](../../assets/images/fcbb847e59193186354ae36545d31954_1_-----.jpg)
Het mediadisplay toont het aanzicht van de actieve parkeerassistent. In het gebied worden de gevonden parkeerplekken
en het traject van de auto
weergegeven.
Het op het mediadisplay weergegeven traject van de auto kan van het werkelijke traject afwijken.
![](../../assets/images/1ebc8ecf0b52ae72354ae36531593424_1_-----.png)
Afhankelijk van de gekozen parkeerplek en de parkeerrichting wordt het traject van de auto
weergegeven.
De richtingaanwijzer wordt automatisch ingeschakeld als het inparkeren wordt gestart.
De verantwoordelijkheid voor het correct inschakelen van de richtingaanwijzers ligt altijd bij u. Indien noodzakelijk de richtingaanwijzers overeenkomstig gebruiken.
De auto beweegt bij het in‑ en uitparkeren opzij en kan daarbij ook op de andere rijstrook komen.
Daardoor kunt u in botsing komen met andere weggebruikers of objecten.
De auto parkeert in de geselecteerde parkeerplek.
Tijdens het inparkeren met de actieve parkeerassistent worden de rijstroken in het camerabeeld groen weergegeven.
Na beëindiging van het parkeren verschijnt de melding Parkeerassistent beëindigd, auto overnemen. Eventueel kunnen nog manoeuvreerprocedures noodzakelijk zijn.
U kunt de auto tijdens het inparkeren tot stilstand brengen en een andere transmissiestand kiezen. Daarop berekent het systeem een nieuw traject van de auto. Als geen nieuw traject van de auto beschikbaar is, kan het systeem opnieuw van transmissiestand wisselen of het parkeren afbreken.