De DSR kan het gevaar voor ongevallen als gevolg van een niet aangepaste rijstijl niet verminderen en de natuurkundige grenzen niet verleggen. De DSR kan geen rekening houden met de weg- en weersomstandigheden en de verkeerssituatie. De DSR is slechts een hulpmiddel. De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor de veilige afstand, de gereden snelheid, het tijdig remmen en het aanhouden van de rijstrook.

De verantwoordelijkheid voor het beheersen van de afdaling en de controle over de auto ligt altijd bij de bestuurder. Afhankelijk van de staat van de ondergrond en de banden kan de DSR de doelsnelheid niet altijd aanhouden. Een aan de omgevingsomstandigheden aangepaste doelsnelheid kiezen en indien nodig zelf remmen.