Het opladen gebeurt met een hoge spanning. Als de laadkabel, de voertuigstekkerdoos of de netcontactdoos beschadigd is, kunt u een stroomstoot krijgen.
De auto is uitgerust met een beveiligingssysteem tegen te hoge spanningen in het stroomnet. Deze elektrische beveiliging kan bijvoorbeeld bij zwaar onweer worden geactiveerd en kan tot activering van de zekering van het pand en een onderbreking van het opladen leiden. Deze functies dienen ter bescherming van de auto.
Na het weer inschakelen van de zekering van het pand wordt de laadprocedure automatisch voortgezet.
Als het opladen wordt onderbroken zonder dat de zekering van het pand wordt geactiveerd, kan het tot 10 minuten duren alvorens het opladen automatisch wordt voortgezet.
De laadkabel en de laadkabelstekker kunnen tijdens het opladen binnen de toegestane grenswaarden warm worden.
De stroomvoorziening van het stroomnet en de laadkabel zijn intact
De aanwijzingen met betrekking tot het gebruik van de laadkabel en het bedieningselement op de laadkabel zijn in acht genomen.
De transmissie staat in de stand
.
De motorkap is gesloten.
De auto is ontgrendeld of de afstand van de sleutel tot de auto is niet groter dan 1 m.
Het hybride systeem is niet geactiveerd. De weergave
op het multifunctioneel display is uit.
De laadkabel staat niet onder trekspanning.
Type 1 voor wisselstroomladen (mode 2 of 3)
Type Combo 1 voor wisselstroomladen (mode 2 of 3) en gelijkstroomladen (mode 4)
Type 2 voor wisselstroomladen (mode 2 of 3)
Type Combo 2 voor wisselstroomladen (mode 2 of 3) en gelijkstroomladen (mode 4)
![](../../assets/images/603d67957d79905eac190d2b711481c8_1_-----.jpg)
![](../../assets/images/e84ffba87d79985dac190d2b711481c8_1_-----.jpg)
![](../../assets/images/423969810b52a683354ae36531593424_1_-----.png)
De contactdoosklep zwenkt open.
Het controlelampje en de statusindicatie
branden wit.
Bij geactiveerd hybride systeem (weergave op het multifunctioneel display brandt) kan de contactdoosklep
niet geopend worden.
![](../../assets/images/cf4dcd5f0b52b3f0354ae36531593424_1_-----.png)
Het contactdoosdeksel is geopend.
Bij voertuigen met een voertuigstekkerdoos Combo is voor de laadkabelstekker alleen de aansluiting nodig. Open alleen het bovenste deel van de contactdoosklep
.
![](../../assets/images/d3dddf010b52b1dd354ae36531593424_1_-----.png)
Erop letten dat de aangesloten laadkabel niet op trekspanning wordt belast.
Het controlelampje en de statusindicatie
knipperen eerst oranje en vervolgens groen, zodra de hoogspanningsaccu wordt opgeladen.
Wanneer de laadkabel op de auto is aangesloten, kan het aandrijfsysteem niet worden gestart en kan niet met de auto worden gereden.
Bij het begin van het opladen wordt in het combi-instrument de laadtoestandweergave met een laadprognose weergegeven. De oplaadprognose is de verwachte laadtoestand op de ingestelde vertrektijd of het tijdstip waarop de hoogspanningsaccu volledig is opgeladen.
Tijdens het opladen kunnen, afhankelijk van de temperatuur, de ventilator en het accukoelsysteem hoorbaar inschakelen.
Als de auto tijdens langdurige perioden van stilstand op het stroomnet is aangesloten, wordt de hoogspanningsaccu automatisch opgeladen wanneer dat nodig is of wanneer elektrische verbruikers (bijvoorbeeld klimaatregeling vooraf) worden geactiveerd.