Wanneer voorwerpen, bagage of lading niet of onvoldoende vastgezet is, kan het verschuiven, kantelen of rondslingeren en daardoor inzittenden raken.
Er bestaat gevaar voor letsel, in het bijzonder bij remmanoeuvres of plotselinge richtingswijzigingen!
De aanwijzingen met betrekking tot het beladen van de auto in acht nemen.
De achterklep kan op de volgende manieren worden gesloten:
Bij het automatisch sluiten van de achterklep kunnen lichaamsdelen bekneld raken. Bovendien kunnen er zich personen in het sluitgebied bevinden of tijdens het sluiten in het sluitgebied komen, bijvoorbeeld kinderen.
De toets in de sleutel indrukken.
De afstandsbedieningstoets op het bestuurdersportier indrukken of eraan trekken.
De sluit‑ of vergrendelingstoets op de achterklep indrukken.
Aan de handgreep van de achterklep trekken.
Wanneer een sleutel buiten de auto wordt herkend, wordt de achterklep gesloten en de auto vergrendeld.
De achterklep is uitgerust met een automatische objectherkenning met anti-inklemfunctie. Wanneer een solide object de achterklep bij het automatisch sluiten hindert of belemmert, wordt deze automatisch weer iets geopend. De automatische objectherkenning met anti-inklemfunctie is slechts een hulpmiddel. U dient zelf altijd goed te blijven opletten bij het sluiten van de achterklep.
op zachte, lichte en dunne objecten, bijvoorbeeld vingers.
op de laatste 8 mm van de sluitweg.
de anti-inklemfunctie kan het inklemmen vooral in deze situaties niet voorkomen.
De toets in de sleutel indrukken, of
De afstandsbedieningstoets op het bestuurdersportier indrukken of eraan trekken, of
De sluit‑ of vergrendelingstoets op de achterklep indrukken, of
Aan de handgreep van de achterklep trekken.