De auto staat stil.
Het terreinniveau 1 of 2 is ingesteld.
Het rijprogramma Offroad of Offroad Plus (alleen auto's met offroad-pakket) is geselecteerd.
Het contact is ingeschakeld.
Alle portieren en de motorkap zijn gesloten.
De transmissiestand
is niet ingeschakeld.
Er is geen aanhangwagen aangekoppeld.
De auto staat buiten.
De herkende dwarshelling van de auto is niet meer dan circa 15°.
De bedrijfstemperatuur van het systeem is in orde.
De boordnetspanning is voldoende hoog.
De vrijrijmodus ondersteunt de bestuurder bij het wegrijden op moeilijk begaanbaar terrein, zoals in zand of sneeuw.
De vrijrijmodus wordt geactiveerd.
De daadwerkelijke snelheid is meer dan 15 km/h.
Na een periode van 30 seconden.
Er wordt een harde klap tegen de bodemplaat van de auto gedetecteerd.
Er is niet aan alle voorwaarden voldaan.
Meer informatie over de vrijrijmodus meer.
Met de niveauregeling per wiel kan de voertuighoogte voor elk wiel afzonderlijk worden ingesteld.
Via het touchscreen kunt u de voertuighoogte ook voor twee of meer wielen tegelijkertijd instellen.
De snelheid is meer dan 15 km/h.
Er wordt een harde klap tegen de bodemplaat van de auto gedetecteerd.
Er is niet aan alle voorwaarden voldaan.
Meer informatie over de niveauregeling per wiel meer.