Stoelen en buitenspiegels instellen
In stoellengterichting instellen:
De hendel

omhoogbrengen en de stoel in de gewenste positie schuiven.
Zorg ervoor dat de stoel vergrendeld is.
Zithoogte instellen:
De hendel

omhoog trekken of omlaag drukken tot de gewenste positie is bereikt.
Instellen van de rugleuninghoek:
De draaiknop

naar voren of naar achteren draaien tot de gewenste positie is bereikt.
Zittingdiepte instellen:
De hendel

omhoogbrengen en het voorste deel van de zitting naar voren of naar achteren schuiven.
In stoellengterichting instellen:
De hendel

omhoogbrengen en de stoel in de gewenste positie schuiven.
Zorg ervoor dat de stoel vergrendeld is.
Zittinghoek instellen:
De draaiknop

naar voren of naar achteren draaien tot de gewenste positie is bereikt.
Zithoogte instellen:
De hendel

omhoog trekken of omlaag drukken tot de gewenste positie is bereikt.
Instellen van de rugleuninghoek:
De draaiknop

naar voren of naar achteren draaien tot de gewenste positie is bereikt.
De instellingen met de geheugenfunctie opslaan
meer.
In- of uitklappen:
De toets

kort indrukken.
Instellen:
Met de toetsen

of

de in te stellen buitenspiegel selecteren.
Met de toets

de stand van het spiegelglas instellen.
Een ontgrendelde buitenspiegel kan als volgt weer worden vergrendeld:
Auto's zonder elektrisch inklapbare buitenspiegels:
De buitenspiegel met de hand in de juiste stand drukken.
Auto's met elektrisch inklapbare buitenspiegels:
De toets

ingedrukt houden.
Er is een klikkend geluid hoorbaar, gevolgd door een klap. De spiegel neemt de correcte positie in.