Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • A-Klasse
  • Compacte limousine
  • 03/2020
app store google play
X

Printen
Functie van de dodehoek- en actieve dodehoekassistent met uitstapwaarschuwing

De dodehoekassistent en de actieve dodehoekassistent bewaken met behulp van twee zijdelings naar achteren gerichte radarsensoren het gebied tot 40 m achter en 3 m naast de auto.

Als vanaf een snelheid van circa 12 km/h een voertuig wordt herkend dat direct daarna in het controlegebied naast uw auto komt, gaat het waarschuwingslampje in de buitenspiegel rood branden.

Permanente statusindicatie in het combi-instrument:
  •   (grijs): Systeem is ingeschakeld maar niet operationeel.

  •   (groen): Systeem is ingeschakeld en operationeel.

Als een voertuig op geringe afstand wordt herkend en u de richtingaanwijzer in de betreffende richting inschakelt, klinkt een dubbel waarschuwingssignaal en gaat de rode waarschuwingsmelding in de buitenspiegel knipperen. Als de richtingaanwijzer ingeschakeld blijft, worden alle overige herkende voertuigen alleen weergegeven door het knipperen van het rode waarschuwingslampje.

Wanneer u een voertuig snel inhaalt, vindt er geen waarschuwing plaats.

WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen ondanks de dodehoekassistent

De dodehoekassistent reageert niet op voertuigen die met een groot snelheidsverschil naderen en u inhalen.

De dodehoekassistent kan in deze situatie niet waarschuwen.

De verkeerssituatie altijd goed in de gaten houden en voldoende zijdelingse afstand aanhouden.

De aanwijzingen met betrekking tot de rijsystemen en uw verantwoording in acht nemen, anders kunt u gevaren niet herkennen meer.

Uitstapwaarschuwing

De uitstapwaarschuwing is een extra functie van de dodehoekassistent en kan de inzittenden bij het verlaten van de auto waarschuwen voor naderende voertuigen.

WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen ondanks uitstapwaarschuwing

De uitstapwaarschuwing reageert niet op stilstaande objecten of voertuigen die met een groot snelheidsverschil dichterbij komen.

De uitstapwaarschuwing kan in deze situaties niet waarschuwen.

Bij het openen van de portieren altijd de verkeerssituatie in de gaten houden en erop letten dat voldoende vrije ruimte aanwezig is.

Wanneer een voertuig zich in het controlegebied bevindt, wordt dit weergegeven in de buitenspiegel. Indien een inzittende het portier aan de zijde met het dreigende gevaar opent, wordt een waarschuwingssignaal gegeven en begint het waarschuwingslampje in de buitenspiegel te knipperen.

Deze extra functie is alleen beschikbaar als de dodehoekassistent is ingeschakeld. De uitstapwaarschuwing kan u vanaf het inschakelen tot maximaal drie minuten na het uitschakelen van het contact waarschuwen. Het einde van de beschikbaarheid van de uitstapwaarschuwing wordt aangeduid door het drie maal knipperen van het waarschuwingslampje in de buitenspiegel.

De uitstapwaarschuwing is slechts een hulpmiddel en ontslaat de inzittenden er niet van zelf goed te blijven opletten. De inzittenden blijven altijd verantwoordelijk voor het zonder gevaar openen van de portieren en het veilig verlaten van de auto.

Systeemgrenzen
De dodehoek- en actieve dodehoekassistent kunnen in de volgende situaties beperkt beschikbaar zijn:
  • Bij vervuilde of afgedekte sensoren

  • Bij slecht zicht, bijvoorbeeld door mist, hevige regen of sneeuw

  • Bij smalle voertuigen, bijvoorbeeld fietsen of motorfietsen

  • Bij zeer brede of smalle rijstroken

  • Bij sterk zijdelings versprongen rijdende voertuigen

Bij vangrails en dergelijke obstakels kunnen ongegronde waarschuwingen worden gegeven. Altijd voldoende zijdelingse afstand tot andere verkeersdeelnemers en obstakels aanhouden.

Als lang naast lange voertuigen wordt gereden, bijvoorbeeld een vrachtwagen, kan de waarschuwing worden onderbroken.

Bij ingeschakelde achteruitversnelling is de dodehoekassistent niet bedrijfsklaar.

Wanneer een aanhangwagen is aangekoppeld en de elektrische verbinding correct is aangesloten, zijn de dodehoekassistent en de uitstapwaarschuwing niet actief.

De werking van de uitstapwaarschuwing kan in de volgende situaties beperkt zijn:
  • Bij sensorafschaduwing door naburige voertuigen in krappe parkeerplekken

  • Bij het naderen van mensen

  • Bij stilstaande of langzaam bewegende objecten