Auto met de noodsleutel ver- en ontgrendelen
Bestuurdersportier met de noodsleutel ver- en ontgrendelen
Wanneer de auto volledig met de noodsleutel moet worden vergrendeld, bij geopend bestuurdersportier eerst de toets voor de vergrendeling van binnenuit indrukken. Vervolgens het bestuurdersportier met de noodsleutel vergrendelen.
De noodsleutel tot de aanslag in de opening
van de afdekkap schuiven.
Iets aan de portiergreep trekken en deze vasthouden.
De afdekkap met de noodsleutel zo recht mogelijk van de auto weg trekken, tot hij loskomt.
De portiergreep loslaten.
Ontgrendelen:
De noodsleutel linksom in de stand
draaien.
Vergrendelen:
De noodsleutel rechtsom in de stand
draaien.
De afdekkap voorzichtig op de slotcilinder drukken, tot hij vergrendelt en vastzit.
Passagiersportier en achterportieren met de noodsleutel vergrendelen
Een geschikt voorwerp, bijvoorbeeld de noodsleutel, in de uitsparing
van het portierslot aanbrengen.
Linkerzijde van de auto vergrendelen:
De noodsleutel tot de aanslag linksom draaien.
Rechterzijde van de auto vergrendelen:
De noodsleutel tot de aanslag rechtsom draaien.
Wanneer het vergrendelde portier vervolgens wordt gesloten, kan deze niet meer van binnenuit worden geopend.