De actieve afstandsassistent DISTRONIC houdt bij een vrije doorgang de ingestelde snelheid aan. Als er voorliggers worden herkend wordt de ingestelde afstand aangehouden, indien nodig tot stilstand. De auto wordt afhankelijk van de afstand tot de voorligger en de ingestelde snelheid versneld of vertraagd. De snelheid (tussen 30 km/h en 200 km/h) en de afstand worden in het stuurwiel ingesteld en opgeslagen.
Aanpassing van de rijstijl afhankelijk van het gekozen rijprogramma (brandstofbesparend, comfortabel of dynamisch) meer
Inleiding van een acceleratie naar de opgeslagen snelheid wanneer de richtingaanwijzer wordt ingeschakeld om naar de snellere rijstrook te wisselen
De aanwijzingen met betrekking tot de rijsystemen en uw verantwoording in acht nemen, anders kunt u gevaren niet herkennen meer.
(wit): actieve afstandsassistent DISTRONIC geselecteerd, ingestelde voorgeschreven afstand
(groen): actieve afstandsassistent DISTRONIC actief, ingesteld voorgeschreven afstand en voertuig herkend
De opgeslagen snelheid wordt naast de permanente statusindicatie weergegeven en wordt gemarkeerd in de snelheidsmeter. Wanneer de actieve afstandsassistent DISTRONIC passief is, wordt de snelheid de grijs weergegeven.
Op snelwegen of autowegen wordt het groene voertuigsymbool cyclisch weergegeven als het systeem gereed is om weg te rijden.
Wanneer u het gaspedaal tot voorbij de instelling voor de actieve afstandsassistent DISTRONIC bedient, wordt het systeem passief geschakeld. Op het multifunctioneel display verschijnt de melding passief.
De opgeslagen snelheid is in de snelheidsmeter gemarkeerd. Wanneer de snelheid van de voorligger lager dan de opgeslagen snelheid is, gaan de segmenten in de snelheidsmeter branden. De deactivering van de actieve afstandsassistent DISTRONIC alsmede de wijziging van de opgeslagen snelheid en de afstand worden op het multifunctioneel display als terugkoppelingsmelding op één regel weergegeven.
Bij sneeuw, regen, mist, veel spatwater, verblinding, directe zonnestraling of sterk wisselende lichtomstandigheden
Als de voorruit in de omgeving van de camera vervuild, beslagen, beschadigd of afgedekt is
Als de radarsensoren vervuild of afgedekt zijn
In parkeergarages of op wegen met steile hellingen
Bij smalle voorliggers, zoals fietsen of motorfietsen
Op gladde wegen kunnen bovendien een of meerdere wielen door remmen of accelereren hun grip verliezen en kan de auto in een slip raken.
De actieve afstandsassistent DISTRONIC in deze situaties niet gebruiken.
Wanneer de actieve afstandsassistent DISTRONIC het wegrijden regelt.
Wanneer de opgeslagen snelheid wordt opgeroepen terwijl deze duidelijk hoger of lager is dan de actueel gereden snelheid.
Wanneer de actieve afstandsassistent DISTRONIC een voorligger niet meer herkent of reageert op niet relevante objecten.
De actieve afstandsassistent DISTRONIC remt uw auto met tot 50% van de mogelijke vertraging af. Wanneer deze vertraging niet voldoende is, waarschuwt de actieve afstandsassistent DISTRONIC u optisch en akoestisch.
bij het schuin achter elkaar rijden of wisselen van rijstrook
op voetgangers, dieren, tweewielers of stilstaande voertuigen of onverwachte obstakels
op complexe verkeerssituaties
op tegenliggers en kruisend verkeer
De actieve afstandsassistent DISTRONIC kan in deze situaties niet waarschuwen of ondersteunend ingrijpen.