De PARKTRONIC-parkeerassistent is een elektronische parkeerhulp. Deze controleert met meerdere sensoren in de voor- en achterbumper de omgeving van uw auto meer. De PARKTRONIC-parkeerassistent geeft de afstand tussen de auto en een herkend obstakel optisch en akoestisch aan.
De PARKTRONIC-parkeerassistent is slechts een hulpmiddel. Hij kan uw waarneming van de omgeving niet vervangen. De bestuurder blijft altijd verantwoordelijk voor het veilig manoeuvreren en in- en uitparkeren. Bij het manoeuvreren, in- en uitparkeren mogen zich onder andere geen personen, dieren of voorwerpen in het manoeuvreergebied bevinden; dit controleren.
Wanneer de PARKTRONIC-parkeerassistent een obstakel in de baan van de auto ontdekt, verschijnt bij snelheden beneden circa 10 km/h een pop-upvenster met de betreffende waarschuwingsmelding op het mediadisplay.
- Gele waarschuwingsmelding: Obstakels op een afstand tussen circa 0,6 m en 1,0 m
- Oranje waarschuwingsmelding: Obstakels op een gemiddelde afstand tussen circa 0,3 m en 0,6 m
- Rode waarschuwingsmelding: Obstakels op een zeer geringe afstand van circa 0,3 m of minder
Wanneer de PARKTRONIC parkeerassistent gereed voor gebruik is en geen objecten worden herkend, worden geen segmenten op het waarschuwingsdisplay getoond.
Als het volledige systeem uitvalt, worden de binnenste segmenten van de waarschuwingsmelding rood afgebeeld en verschijnt op het multifunctioneel display in het combi-instrument het symbool .
Als de PARKTRONIC-parkeerassistent uitgeschakeld is, wordt de waarschuwingsmelding ook uitgeschakeld.
In de standaardinstelling klinkt voor vanaf een afstand van circa 0,3 m en achter circa 1,0 m tot het obstakel een onderbroken waarschuwingssignaal. Vanaf een afstand van circa 0,2 m klinkt een ononderbroken waarschuwingssignaal. In het multimediasysteem kunt u via de instelling vroeg waarschuwen instellen dat de waarschuwingssignalen al bij grotere afstanden van circa 1,0 m hoorbaar zijn meer.
De instelling "vroeg waarschuwen" is voor de achterzijde altijd actief.
Obstakels onder het registratiegebied, bijvoorbeeld personen, dieren of voorwerpen
Obstakels boven het registratiegebied, bijvoorbeeld uitstekende lading, overhangen of laadplatforms van vrachtwagens
Door extra voertuigaanbouwen (bijvoorbeeld een kentekenplaathouder of fietsdrager) komt de daadwerkelijke afstand tot een obstakel eventueel niet met de door de PARKTRONIC parkeerassistent gemeten afstand overeen.
De sensoren moeten vrij zijn van vuil, ijs of natte sneeuw. Anders kunnen ze niet correct functioneren. Daarom moeten de sensoren regelmatig worden gereinigd; hierbij ervoor zorgen dat er geen krassen of beschadigingen op de sensoren ontstaan.