Als het motortoerental hoger is dan het stationair toerental en vervolgens de transmissiestand of wordt ingeschakeld, kan de auto met een schok accelereren.
Als vervolgens het rempedaal wordt losgelaten kan de auto vrij worden bewogen, bijvoorbeeld om te worden weggeduwd of gesleept.
Wanneer de auto aansluitend wordt verlaten en de sleutel zich in de auto bevindt, blijft de automatische transmissie in de neutraalstand .