De volgende functie is landsafhankelijk en alleen in combinatie met het rijassistentiepakket beschikbaar.
De actieve rijstrookwisselassistent ondersteunt de bestuurder bij het wisselen van rijstrook door stuurmomenten, wanneer de bestuurder de richtingaanwijzer bedient.
De auto rijdt op een autosnelweg of een weg met meerdere rijstroken in de rijrichting.
De aangrenzende rijstrook is van de eigen rijstrook afgescheiden door een onderbroken rijstrookmarkering.
Er wordt geen voertuig herkend op de aangrenzende rijstrook.
De rijsnelheid ligt tussen 80 km/h en 180 km/h.
De actieve rijstrookwisselassistent is in het multimediasysteem ingeschakeld.
De actieve stuurassistent is ingeschakeld en actief.
Wanneer op de aangrenzende rijstrook geen voertuig wordt herkend en wanneer het wisselen van rijstrook is toegestaan, dan wordt hiermee begonnen. Dit wordt aan de bestuurder getoond met een groene pijl naast het stuurwielsymbool. Er verschijnt bovendien bijvoorbeeld de melding Rijstrookwisseling naar links. Als de actieve rijstrookwisselassistent met de richtingaanwijzer geactiveerd wordt, maar het wisselen van rijstrook niet direct mogelijk is, verschijnt naast het nog steeds groene stuurwielsymbool een grijze pijl .
Zodra de ondersteuning het wisselen van rijstrook start, wordt naast de weergave in het multifunctioneel display automatisch de richtingaanwijzer geactiveerd.
Wanneer bij het veranderen van rijstrook de assistentieweergave wordt getoond, verschijnt daar de rijstrookwissel-weergave, een extra pijl op de naastgelegen rijstrook meer.
Wanneer het wisselen van rijstrook niet mogelijk is, verdwijnt de pijl na enige tijd en moet het wisselen van rijstrook opnieuw worden geactiveerd. Op gedeeltes van de autosnelweg waar geen snelheidsbeperking is, kan het wisselen van rijstrook alleen direct plaatsvinden.
Als het systeem beïnvloed wordt, kan de werking van de actieve rijstrookwisselassistent worden afgebroken. Als de werking wordt afgebroken, verschijnt op het multifunctioneel display de melding Rijstrookwisseling afgebr. en klinkt een waarschuwingssignaal.
De rijstrookwisselassistent kan niet altijd eenduidig herkennen of de naastgelegen rijstrook vrij is.
Het verwisselen van rijstrook kan ondanks bezette aangrenzende rijstrook worden ingeleid.
Wanneer de systeemgrenzen van de rijstrookwisselassistent worden bereikt, is niet gewaarborgd dat het systeem actief blijft.
De rijstrookwisselassistent biedt dan geen ondersteunende stuurmomenten meer.
Voor de actieve rijstrookwisselassistent gelden de systeemgrenzen van de actieve stuurassistent meer.
De sensoren in de achterbumper zijn vervuild, beschadigd of afgedekt, bijvoorbeeld door een sticker of ijs en sneeuw.
De exterieurverlichting geeft een defect aan.