De parkeerrem vrij te zetten.
De handgeschakelde versnellingsbak in de neutraalstand te zetten.
De motor te starten.
Tevens kunnen ze uitrustingen van de auto bedienen en klem komen te zitten.
Uitrustingen van de auto bedienen en bijvoorbeeld bekneld raken.
De parkeerrem vrij te zetten.
De automatische transmissie uit de parkeerstand te schakelen.
De motor te starten.
Auto's met handgeschakelde versnellingsbak:
De motor wordt afgezet.
Het bestuurdersportier wordt geopend.
De motor wordt afgezet.
De gordelslottong steekt niet in het gordelslot van de bestuurdersstoel en het bestuurdersportier wordt geopend.
Er treedt een systeemstoring op.
De spanningsvoorziening is niet voldoende.
De auto staat langere tijd stil.
Als de elektrische parkeerrem ingeschakeld is, verschijnt in het combi-instrument het rode controlelampje .
De elektrische parkeerrem wordt niet automatisch bediend, als de motor door het ECO start-stopsysteem wordt afgezet.
Inschakelen verhinderen: Aan de handgreep van de elektrische parkeerrem trekken.
Auto's met automatische transmissie:
De motor wordt afgezet.
De gordelslottong steekt niet in het gordelslot van de bestuurdersstoel en het bestuurdersportier wordt geopend.
Inschakelen verhinderen: Aan de handgreep van de elektrische parkeerrem trekken.
De actieve afstandsassistent DISTRONIC brengt de auto tot stilstand.
De HOLD-functie houdt de auto in stilstand op zijn plaats.
De actieve parkeerassistent houdt de auto in stilstand op zijn plaats.
De motor wordt afgezet.
De gordelslottong steekt niet in het gordelslot van de bestuurdersstoel en het bestuurdersportier wordt geopend.
Er treedt een systeemstoring op.
De spanningsvoorziening is niet voldoende.
De auto staat langere tijd stil.
Als de elektrische parkeerrem ingeschakeld is, verschijnt in het combi-instrument het rode controlelampje .
De elektrische parkeerrem wordt niet automatisch bediend, als de motor door het ECO start-stopsysteem wordt afgezet.