Wanneer bij een oververhitte motor of bij brand in de motorruimte de motorkap wordt geopend, kunt u in contact komen met hete gassen of andere ontsnappende bedrijfsstoffen.
Bepaalde onderdelen in de motorruimte kunnen zeer heet zijn, bijvoorbeeld de motor, de radiateur en onderdelen van het uitlaatsysteem.
Componenten in de motorruimte kunnen ook bij uitgeschakeld contact blijven werken of plotseling in werking treden.
Voordat werkzaamheden in de motorruimte worden uitgevoerd het volgende in acht nemen:
De motor is voorzien van een oliepeilstaaf. Zo niet, dan is een controle van het motoroliepeil alleen mogelijk met de boordcomputer meer.
Afhankelijk van het motortype kan de oliepeilstaaf op verschillende plaatsen in de motorruimte aangebracht zijn.
De wachttijd voor de controle van het oliepeil bij bedrijfswarme motor is vijf minuten.
Oliepeil in orde: Het oliepeil ligt tussen en .
Oliepeil te laag: Het oliepeil ligt bij of daaronder.
Oliepeil te hoog: Het oliepeil ligt boven .