De parkeerrem vrij te zetten.
De transmissie uit de parkeerstand te schakelen.
De motor te starten.
Tevens kunnen ze uitrustingen van de auto bedienen.
In het combi-instrument verschijnt het controlelampje .
Alleen wanneer het controlelampje continu brandt, is de elektrische parkeerrem correct ingeschakeld.
In het combi-instrument dooft het controlelampje .