Voorstoel mechanisch en elektrisch instellen (met zitcomfortpakket)
WAARSCHUWING Inklemgevaar bij instelling van de stoelen door kinderen
Wanneer kinderen de stoelen instellen, kunnen ze bekneld raken, in het bijzonder als ze zonder toezicht zijn.
Bij het verlaten van de auto altijd de sleutel meenemen en de auto vergrendelen. Dit geldt eveneens voor de digitale voertuigsleutel, als de functie “Digitale voertuigsleutel“ via Mercedes me connect is geactiveerd.
Kinderen nooit zonder toezicht in de auto laten.
Ook als het contact is afgezet kunnen de stoelen worden ingesteld.
WAARSCHUWING Inklemgevaar bij instelling van de stoelen
Wanneer u een stoel instelt, is het mogelijk dat uzelf of andere inzittenden bekneld raken, bijvoorbeeld door de geleiderail van de stoel.
Bij het instellen van een stoel mogen zich geen lichaamsdelen in het bewegingsgebied van de stoel bevinden; dit controleren.
De veiligheidsaanwijzingen met betrekking tot de "Airbags" en "Kinderen in de auto" in acht nemen.
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door een niet vergrendelde bestuurdersstoel
Wanneer de bestuurdersstoel niet vergrendeld is, kan deze onverwacht bewegen tijdens het rijden.
Daardoor kunt u de controle over de auto verliezen.
De bestuurdersstoel moet altijd vergrendeld zijn voordat de auto wordt gestart; dit controleren.
WAARSCHUWING Inklemgevaar bij onoplettend instellen van de zittinghoogte
Bij onoplettend instellen van de zittinghoogte kunnen uzelf of andere inzittenden bekneld raken en daarbij letsel oplopen.
In het bijzonder kinderen kunnen de toetsen voor de elektrische stoelinstelling onbedoeld bedienen en bekneld raken.
Bij het bewegen van de stoel mogen geen handen of andere lichaamsdelen onder de hendels van het stoelinstellingssysteem terechtkomen; dit controleren.
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet aangebrachte of verkeerd ingestelde hoofdsteunen
Wanneer er geen hoofdsteunen aanwezig zijn of als deze niet correct zijn ingesteld, kunnen ze niet zoals bedoeld beschermen.
Er is dan een verhoogd risico op letsel van het hoofd en de nek, bijvoorbeeld bij een ongeval of remmanoeuvre!
Altijd met gemonteerde hoofdsteunen rijden.
Voor het rijden bij elke inzittende controleren, of het midden van de hoofdsteun het achterhoofd op ooghoogte ondersteunt.
De hoofdsteunen van de zitplaatsen voor- en achterin niet verwisselen. Anders kunnen de hoogte en hoek van de hoofdsteunen niet in de correcte positie worden ingesteld.
Met de verstelling in lengterichting voor de hoofdsteun de hoofdsteun zo instellen, dat deze zo dicht mogelijk bij het achterhoofd staat.
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of levensgevaar door verkeerde zitpositie
Als de rugleuning niet nagenoeg rechtop staat, biedt de veiligheidsgordel niet meer de bedoelde beschermende werking.
In dit geval kunt u bij een remmanoeuvre of een ongeval onder de veiligheidsgordel doorglijden en daarbij bijvoorbeeld letsel aan het onderlichaam of de hals oplopen.
De stoel voor aanvang van de rit correct instellen.
Altijd erop letten dat de rugleuning bijna rechtop staat en dat de schoudergordel over het midden van de schouder loopt.
Stoellengterichting instellen:
De hendel
omhoogbrengen en de stoel in de gewenste positie schuiven.
Zorg ervoor dat de stoel vergrendeld is.
Zittingdiepte instellen:
De hendel
omhoogbrengen en het voorste deel van de zitting naar voren‑ of naar achteren schuiven.