Als het huis van de hoogspanningsaccu wordt beschadigd, kunnen de elektrolyt en gassen ontsnappen.
Bij een autobrand kan de inwendige druk van de hoogspanningsaccu een kritieke waarde overschrijden. Hierbij ontsnapt brandbaar gas via een ontluchtingsklep in de bodemplaat.
Het gas kan ontbranden.
Het hybride systeem combineert een verbrandingsmotor met een elektromotor.
De verbrandingsmotor wordt in de regel uitgeschakeld.
De motor draait slechts sporadisch stationair.
Wanneer de hoogspanningsaccu voldoende opgeladen is, kan de auto met elektrische aandrijving zonder verbrandingsmotor starten (geruisloos starten).
Wanneer de hoogspanningsaccu voor de elektrische aandrijving niet voldoende opgeladen is of als de bedrijfstemperatuur van de verbrandingsmotor nog niet is bereikt, kan de auto met verbrandingsmotor starten.
De verbrandingsmotor wordt tijdens het rijden zo vaak mogelijk afgezet.
De auto kan tot een snelheid van circa 140 km/h elektrisch accelereren.
De elektromotor ondersteunt de verbrandingsmotor (boost-effect), bijvoorbeeld bij het optrekken of accelereren.
De hoogspanningsaccu wordt ontladen.
De elektromotor wordt bij deceleratie en bij het remmen als dynamo gebruikt.
De hoogspanningsaccu wordt opgeladen.
Auto's met hybride systeem produceren beduidend minder geluid bij stilstand en tijdens het rijden dan auto's met verbrandingsmotor.
In de elektro-modus wordt de auto eventueel door andere verkeersdeelnemers, vanwege de beduidend lagere geluidsproductie tijdens het rijden, akoestisch niet waargenomen.
Daarom is de auto uitgerust met een soundgenerator als akoestisch voertuigwaarschuwingssysteem (AVAS).
De soundgenerator genereert tot een snelheid van circa 30 km/h snelheidsafhankelijke rijgeluiden bij het vooruit en achteruit rijden.
Andere verkeersdeelnemers, met name voetgangers en fietsers, kunnen de auto op die manier beter opmerken.
Vanaf een snelheid van 20 km/h wordt het akoestisch voertuigwaarschuwingssysteem geleidelijk uitgeschakeld.
De soundgenerator is uitgeschakeld als de auto stilstaat.