Als de ruitenwissers zich tijdens het reinigen van de voorruit of van de ruitenwisserbladen in beweging zetten, kunt u bekneld raken.
Uitlaateindpijpen en uitlaatsierstukken kunnen zeer heet zijn. Als deze onderdelen van de auto worden aangeraakt, kunt u zich branden.
Aanwijzingen met betrekking tot reiniging en verzorging | Vermijden van voertuigschade | |
---|---|---|
Wielen/velgen | Water en een zuurvrije velgenreiniger gebruiken. |
|
Ruiten | De ruiten aan de binnen- en buitenzijde met een vochtige doek en een door Mercedes-Benz geadviseerd reinigingsmiddel reinigen. | Voor het reinigen van de binnenzijde geen droge doeken, schuurmiddelen of oplosmiddelen bevattende reinigingsmiddelen gebruiken. |
Ruitenwisserbladen | De weggeklapte ruitenwisserbladen met een vochtige doek reinigen. | Ruitenwisserbladen niet te vaak reinigen. |
Exterieurverlichting | Ruiten met een natte spons en een mild reinigingsmiddel, bijvoorbeeld autoshampoo, reinigen. | Alleen voor kunststof glas geschikte reinigingsmiddelen of doeken gebruiken. |
Sensoren | De sensoren in de voor- en achterbumper en in de radiateurbekleding met een zachte doek en autoshampoo reinigen. | Bij het gebruik van een hogedrukreiniger een minimumafstand van 30 cm aanhouden. |
Achteruitrijcamera en 360°-camera |
| Geen hogedrukreiniger gebruiken. |
Uitlaateindpijp | Met een door Mercedes-Benz geadviseerd reinigingsmiddel reinigen, met name in de winter en na het wassen van de auto. | Geen zuurhoudende reinigingsmiddelen gebruiken. |