Wanneer er een storing optreedt in het systeem of in de spanningsvoorziening.
Wanneer de HOLD-functie door bediening van het gaspedaal of het rempedaal wordt uitgeschakeld, bijvoorbeeld door een inzittende.
Wanneer de Active Brake Assist, de actieve afstandsassistent DISTRONIC of de HOLD-functie ingeschakeld zijn, remt de auto in bepaalde situaties automatisch.
Om schade aan de auto te vermijden, deze systemen in de volgende of vergelijkbare situaties uitschakelen:
De auto staat stil.
Het bestuurdersportier is gesloten of de veiligheidsgordel aan bestuurderszijde is omgegespt.
De motor draait of is door het ECO start-stopsysteem afgezet.
De elektrische parkeerrem is vrijgezet.
De actieve afstandsassistent DISTRONIC is uitgeschakeld.
De transmissie staat in de stand , of .
De actieve afstandsassistent DISTRONIC wordt ingeschakeld.
De transmissie wordt in de stand gezet.
De auto wordt met de elektrische parkeerrem beveiligd.
De veiligheidsgordel wordt losgemaakt en het bestuurdersportier wordt geopend.
De auto wordt geparkeerd.
Er treedt een systeemstoring op of de spanningsvoorziening is onvoldoende.