De betreffende knipperlichten knipperen driemaal.
Auto's met actieve spoorassistent: De actieve spoorassistent kan:
Tijdens het veranderen van rijstrook het door de bestuurder geactiveerde knippersignaal verlengen.
De richtingaanwijzer automatisch inschakelen wanneer de bestuurder direct daarvoor in deze richting een knippersignaal gegeven heeft, maar een rijstrookwisseling niet meteen mogelijk was.
Bij activering van het grootlicht wordt het controlelampje voor het dimlicht gedeactiveerd en door het controlelampje grootlicht vervangen.