In de automatische stand wordt de ingestelde interieurtemperatuur automatisch door de luchttoevoer geregeld en constant gehouden.
Door het indrukken van op de klimaatregel van het centraal display kunt u de luchthoeveelheid verhogen of verlagen.
![](../../assets/images/d9479a3057237a5d354ae3656178cc46_1_-----.png)
Als de functie DRIVE PILOT wordt geactiveerd, wordt automatisch naar de automatische stand omgeschakeld en gaat het blauwe controlelampje in AUTO branden. De automatische stand blijft actief totdat de functie DRIVE PILOT weer wordt gedeactiveerd.