De diagnose-interface is een technische interface in de auto. Deze wordt in een werkplaats gebruikt voor bijvoorbeeld reparatie- en onderhoudswerkzaamheden of voor het uitlezen van voertuiggegevens. Diagnoseapparaten moeten daarom alleen in een gekwalificeerde servicewerkplaats worden aangesloten.
Als u apparaten aan de diagnosekoppeling van het voertuig aansluit, kan de functie van voertuigsystemen en de bedrijfsveiligheid worden beïnvloed.
Voorwerpen in de beenruimte van de bestuurder kunnen de slag van de pedalen beperken en een ingedrukt pedaal blokkeren.
Hierdoor wordt de bedrijfs‑ en verkeersveiligheid van de auto in gevaar gebracht.
Door het gebruik van de apparaten op de diagnose-interface wordt de accu belast.
Ook de aanwijzing met betrekking tot de 12V-accu en het rijden van korte afstanden in het hoofdstuk "Rijden en parkeren" meer in acht nemen.
![](../../assets/images/18cc033a4f8190c00ac2a8c462fe1d3a_1_-----.jpg)
Functiestoringen in voertuigsystemen
Permanente beschadiging van voertuigcomponenten
De hierop betrekking hebbende garantievoorwaarden in acht nemen.
Bovendien kan het aansluiten van apparaten op de diagnose-interface ertoe leiden dat bijvoorbeeld informatie van de uitlaatgasbewaking wordt teruggezet. Daardoor bestaat de mogelijkheid, dat de auto niet meer voldoet aan de eisen van de volgende uitlaatgasanalyse van de Algemene Periodieke Keuring.