De volgende functie is uitvoerings- en landafhankelijk en alleen voor een plug-in-hybride beschikbaar.
De ECO-assistent analyseert gegevens van de geplande route van de auto. Daardoor kan het systeem helpen om de rijstijl optimaal aan de geplande route aan te passen, brandstof te besparen en te recupereren. Wanneer het systeem een voorligger heeft herkend en de auto de situatie nadert, berekent de ECO-assistent op basis van afstand, snelheid en helling de optimale snelheid voor een maximale brandstofbesparing en recuperatie-energie.
Indien de vertraging door de ECO-assistent niet voldoende is, moet u bovendien met de bedrijfsrem afremmen. Dit geldt in het bijzonder, wanneer u bijvoorbeeld in langzaam verkeer opnieuw wegrijdt en de afstand tot de voorligger erg kort is.
![](../../assets/images/487818-487820-559667.jpg)
![](../../assets/images/423969810b52a683354ae36531593424_1_-----.png)
![](../../assets/images/445473de0b52aab9354ae36531593424_1_-----.png)
Wanneer een komende routegebeurtenis wordt herkend die efficiënter kan worden genomen door een aanpassing van de rijstijl, worden het betreffende symbool en het symbool
grijs weergegeven.
Wanneer u de voet van het gaspedaal neemt, wordt het symbool groen en wordt de recuperatie bij deceleratie geactiveerd. Wanneer de vertraging niet volstaat, bedient u bovendien de bedrijfsrem.
De weergave verdwijnt, zodra de ECO-assistent geen verder advies kan afleiden uit de komende route.
![](../assets/images/d6a10b14c87325ef0ac2a8c462fe1d3a_1_nl-nl.jpg)
Rotonde
S-bocht
Scherpe bocht
T-kruising
Afdaling
Voorligger
Snelheidslimieten
Afhankelijk van de uitrusting van de auto kan het systeem niet alle aankomende routegebeurtenissen herkennen.
Wanneer de berekende route bij een actieve routebegeleiding wordt gehandhaafd, kan de ECO-assistent nog nauwkeuriger werken. De basisfunctie functioneert ook zonder actieve routebegeleiding. Niet op alle verkeerstekens en verkeerssituaties kan worden geanticipeerd. De kwaliteit is afhankelijk van het kaartmateriaal.
De ECO-assistent is slechts een hulpmiddel. De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor de veilige afstand, de snelheid en het tijdig remmen.
Bij slecht zicht, bijvoorbeeld door onvoldoende verlichting van de weg, bij sterk wisselende schaduwen of door regen, sneeuw, mist of veel spatwater
Bij verblinding, bijvoorbeeld door tegemoetkomend verkeer, direct invallend zonlicht of door reflecties
Bij vervuiling van de voorruit in het gebied van de multifunctionele camera of wanneer de camera beslagen, beschadigd of afgedekt is
Bij vervuiling of beschadiging van de radarsensoren
Wanneer de verkeerstekens slecht herkenbaar zijn, bijvoorbeeld door verontreiniging, afdekking, sneeuw of onvoldoende verlichting
Wanneer de informatie in de digitale wegenkaart van het navigatiesysteem onjuist of niet actueel is
Bij meerdere wegmarkeringen, bijvoorbeeld verkeerstekens bij wegwerkzaamheden of aangrenzende rijstroken