Portieren openen en daardoor andere personen of verkeersdeelnemers in gevaar brengen.
Uitstappen en door het verkeer worden gegrepen.
Uitrustingen van het voertuig bedienen en bijvoorbeeld bekneld raken.
De parkeerrem vrij te zetten.
De transmissiestand te wijzigen.
Het voertuig te starten.
Wanneer personen – in het bijzonder kinderen – langdurig aan hoge of lage temperaturen worden blootgesteld, bestaat gevaar voor letsel of zelfs levensgevaar!
Portieren openen en daardoor andere personen of verkeersdeelnemers in gevaar brengen.
Uitstappen en door het verkeer worden gegrepen.
Uitrustingen van de auto bedienen en bijvoorbeeld bekneld raken.
Auto's voor het Verenigd Koninkrijk: De belangrijke veiligheidsaanwijzingen in het hoofdstuk "Aanwijzingen met betrekking tot de extra portiervergrendeling" in acht nemen.
Kindersloten zijn aanwezig voor de achterportieren en de zijruiten achterin.
Het controlelampje brandt: Met de schakelaar op het bestuurdersportier
Het controlelampje is gedoofd: Met de schakelaar op het betreffende achterportier of het bestuurdersportier
de zijruiten achterin
de instelling van de passagiersstoel vanuit achterin
de rolzonneschermen
van de zijruiten achterin
van de achterruit
in het dak