De actuele besturingssysteem-versie van uw apparaat wordt gebruikt (zie de handleiding van de fabrikant).
De eerste activering van Apple CarPlay® via het multimediasysteem moet om veiligheidsredenen worden uitgevoerd wanneer de auto stilstaat en de parkeerrem is bediend.
Nadat de applicatie voor de eerste keer is verbonden, verschijnt een melding met betrekking tot de gegevensbeveiligingsbepalingen.
Eventueel verschijnt ook hier een melding met betrekking tot de gegevensbeveiligingsbepalingen.
Indien Apple CarPlay® vóór de laatste loskoppeling niet op de voorgrond werd weergegeven, start de applicatie weer op de achtergrond wanneer opnieuw verbinding wordt gemaakt. U kunt Apple CarPlay® via het Apple CarPlay®-symbool in de statusregel oproepen.