Zitplaatsen achterin in het entertainmentsysteem achterin instellen
Stoelpositionering uitvoeren
De stoel positioneren en bijvoorbeeld de rugleuninghoek en de hoofdsteunhoogte instellen.
Om de instellingen op te slaan,
selecteren.
Een van de geheugenplaatstoetsen
,
of
selecteren.
Luchtkussens instellen
Lendensteun of Zijwangen selecteren.
Het luchtkussen instellen.
Stoelverwarming instellen
Stoelklimatisering selecteren.
Stoelverwarming selecteren.
Het stoelsymbool zo vaak aantippen, tot de gewenste verwarmingsstand is ingesteld.
Afhankelijk van de verwarmingsstand gaan een tot drie controlelampjes branden. Wanneer alle controlelampjes gedoofd zijn, is de stoelverwarming uitgeschakeld.
Stoelverwarmingsbalans instellen
Stoelklimatisering selecteren.
Stoelverwarmingsbalans selecteren.
De warmteverdeling voor de gewenste stoel instellen.
Vlakkenverwarming in- of uitschakelen
Voor deze functie moet de stoelverwarming ingeschakeld zijn.
Stoelklimatisering selecteren.
Vlakkenverwarming selecteren.
De functie voor de gewenste stoel in- of uitschakelen.
Als de vlakkenverwarming is ingeschakeld, worden de armsteunen, de portierpanelen en de middenconsole verwarmd.
Nekverwarmer instellen
Voor deze functie moet de stoelverwarming ingeschakeld zijn.
Stoelklimatisering selecteren.
Tevens nekverwarmer selecteren.
De functie voor de gewenste stoel instellen.
Stoelventilatie instellen
Stoelklimatisering selecteren.
Stoelventilatie selecteren.
Het stoelsymbool zo vaak aantippen, tot de gewenste aanjagerstand is ingesteld.
Afhankelijk van de aanjagerstand gaan een tot drie controlelampjes branden. Wanneer alle controlelampjes gedoofd zijn, is de stoelventilatie uitgeschakeld.