Met het bandenplakmiddel TIREFIT kunnen kleine perforaties tot 4 mm, in het bijzonder in het loopvlak van de band, worden afgedicht. TIREFIT is bruikbaar bij een buitentemperatuur tot circa -20 °C.
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij gebruik van bandenplakmiddel
In de volgende gevallen kan het bandenplakmiddel niet voor voldoende pechhulp zorgen, omdat de band niet kan worden afgedicht, bij:
Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel en vergiftigingsgevaar door bandenplakmiddel
Het bandenplakmiddel is schadelijk voor de gezondheid en veroorzaakt irritaties. Het mag niet in contact met huid, ogen of kleding komen of ingeslikt worden. De dampen niet inademen. Bandenplakmiddel uit de buurt van kinderen houden.
Bij contact met het bandenplakmiddel het volgende in acht nemen:
Bandenplakmiddel op de huid direct met water afspoelen.
Bandenplakmiddel in de ogen direct grondig met schoon water uitspoelen.
Als het bandenplakmiddel ingeslikt is, direct de mond grondig uitspoelen en veel water drinken. Geen braken opwekken en zo snel mogelijk naar een arts gaan!
Met bandenplakmiddel vervuilde kleding direct vervangen.
Bij allergische reacties direct naar een arts gaan.
AANWIJZING Oververhitting door te lange looptijd van de bandenvulcompressor
De bandenvulcompressor niet langer dan tien minuten zonder onderbreking gebruiken.
De veiligheidsaanwijzingen van de fabrikant op de sticker van de bandenvulcompressor in acht nemen.
De fles bandenafdichtmiddel elke vijf jaar laten vervangen bij een gekwalificeerde werkplaats.
De binnengedrongen voorwerpen in de band laten zitten.
Deel
van de TIREFIT-sticker in het gezichtsveld van de bestuurder op het combi-instrument plakken.
Deel
van de TIREFIT-sticker in de buurt van het ventiel op de velg van het wiel met de lekke band plakken.
De stekker
met de kabel en de slang
uit het huis van de bandenvulcompressor trekken.
De stekker van de slang
in de flens
van de fles bandenafdichtmiddel
schuiven, tot de stekker vergrendelt.
De fles bandenafdichtmiddel
met de bovenzijde naar beneden in de uitsparing
van de bandenvulcompressor steken.
Het ventieldopje van het ventiel
van de lekke band draaien.
De vulslang
op het ventiel
schroeven.
De stekker
in een 12‑V‑aansluiting van de auto steken.
De in- en uitschakelknop
op de bandenvulcompressor indrukken.
De bandenvulcompressor is ingeschakeld. De band wordt opgepompt. Eerst wordt het bandenplakmiddel in de band gepompt. Daarbij kan de druk kortstondig naar circa 500 kPa (5 bar, 73 psi) stijgen.
De bandenvulcompressor tijdens deze fase niet uitschakelen!
De bandenvulcompressor maximaal tien minuten laten draaien.
Vervolgens moet een bandenspanning van ten minste 200 kPa (2,0 bar, 29 psi) bereikt zijn.
Wanneer bandenplakmiddel weggelekt is, de getroffen plaatsen zo snel mogelijk reinigen. Bij voorkeur schoon water gebruiken.
Als uw kleding met bandenplakmiddel is vervuild, deze zo snel mogelijk bij een stomerij met perchloorethyleen laten reinigen.
Wanneer na tien minuten de bandenspanning van 200 kPa (2,0 bar, 29 psi) niet wordt bereikt:
De bandenvulcompressor uitschakelen.
De vulslang losdraaien van het ventiel van de lekke band.
In acht nemen dat bij het losdraaien van de vulslang eventueel bandenplakmiddel kan ontsnappen.
Met de auto zeer langzaam circa 10 m vooruit- of achteruitrijden.
De band opnieuw oppompen.
Na maximaal tien minuten moet de bandenspanning ten minste 200 kPa (2,0 bar, 29 psi) bedragen.
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door niet bereikte bandenspanning
Als de aangegeven bandenspanning na de aangegeven tijd niet wordt bereikt, is de band te zwaar beschadigd. Het bandenplakmiddel kan hier geen pechhulp bieden.
Beschadigde banden en een te lage bandenspanning kunnen het remgedrag en de rij-eigenschappen sterk nadelig beïnvloeden.
Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.
Wanneer na tien minuten de bandenspanning van 200 kPa (2,0 bar, 29 psi) wordt bereikt:
De bandenvulcompressor uitschakelen.
De vulslang losdraaien van het ventiel van de lekke band.
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen tijdens het rijden met afgedichte banden
Een met bandenplakmiddel tijdelijk afgedichte band beïnvloedt de rij-eigenschappen en is niet geschikt voor hogere snelheden.
De rijstijl overeenkomstig aanpassen en voorzichtig rijden.
De aangegeven maximumsnelheid voor een met bandenplakmiddel afgedichte band in acht nemen.
De toegestane maximumsnelheid voor een met bandenplakmiddel afgedichte band van 80 km/h in acht nemen.
Het bovenste gedeelte van de TIREFIT-sticker op het combi-instrument in het blikveld van de bestuurder bevestigen.
AANWIJZING Vlekvorming door uitlopend bandenplakmiddel
Resten bandenplakmiddel kunnen na het gebruik uit de vulslang lopen.
De vulslang in de plastic zak van de TIREFIT-set leggen.
MILIEU-AANWIJZING Milieuvervuiling door verkeerde afvoer
Bandenplakmiddel bevat schadelijke stoffen.
De gebruikte fles bandenafdichtmiddel vakkundig afvoeren, bijvoorbeeld bij een Mercedes-Benz-servicewerkplaats.
De fles bandenafdichtmiddel, de bandenvulcompressor en de gevarendriehoek opbergen.
Na circa tien minuten stoppen en de bandenspanning controleren met de bandenvulcompressor.
De bandenspanning moet nu ten minste 130 kPa (1,3 bar, 19 psi) bedragen.
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door niet bereikte bandenspanning
Als de aangegeven bandenspanning na de korte rit niet wordt bereikt, is de band te zwaar beschadigd. Het bandenplakmiddel kan hier geen pechhulp bieden.
Beschadigde banden en een te lage bandenspanning kunnen het remgedrag en de rij-eigenschappen sterk nadelig beïnvloeden.
Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.
Landen met Mercedes-Benz Service24h: Een sticker met het telefoonnummer van Mercedes-Benz Service24h bevindt zich bijvoorbeeld op de B‑stijl aan bestuurderszijde.
De bandenspanning corrigeren, wanneer deze nog ten minste 130 kPa (1,3 bar, 19 psi) bedraagt. Zie voor de waarden de bandenspanningstabel in de tankdopklep.
Bandenspanning verhogen:
De bandenvulcompressor inschakelen.
Bandenspanning verlagen:
De afblaasknop
naast de manometer
indrukken.
Als de bandenspanning correct is, de vulslang losdraaien van het ventiel van de gerepareerde band.
Het ventieldopje op het ventiel van de gerepareerde band draaien.
De fles bandenafdichtmiddel uit de bandenvulcompressor trekken.
De vulslang blijft op de fles bandenafdichtmiddel.
Naar de dichtstbijzijnde gekwalificeerde werkplaats rijden en de band, de fles bandenafdichtmiddel en de vulslang laten vervangen.