Als de functie in het multimediasysteem is ingeschakeld, wordt bij het inschakelen van de achteruitversnelling het beeld van de achteruitrijcamera in het multimediasysteem weergegeven. Dynamische hulplijnen tonen het rijspoor aan de hand van de actuele stuurwielverdraaiing. Zo kunt u zich bij het achteruitrijden oriënteren en obstakels vermijden.
De achteruitrijcamera is slechts een hulpmiddel. Hij kan uw waarneming van de omgeving niet vervangen. De bestuurder blijft te allen tijde verantwoordelijk voor het veilig manoeuvreren en parkeren. Bij het manoeuvreren of parkeren mogen zich onder andere geen personen, dieren of voorwerpen in het manoeuvreergebied bevinden; dit controleren.
Normale weergave
Groothoekweergave
Aanhangwagenweergave
Het gebied achter de auto wordt net als in de binnenspiegel in spiegelbeeld weergegeven.
Het kofferdeksel of de achterklep is geopend.
Het regent hard, het sneeuwt of het is mistig.
De lichtomstandigheden zijn slecht, bijvoorbeeld 's nachts.
De cameralens is afgedekt, vervuild of beslagen. De aanwijzingen voor het reinigen van de achteruitrijcamera in acht nemen meer.
De camera of de achterzijde van de auto is beschadigd. In dit geval de camera, diens stand en de afstelling laten controleren bij een gekwalificeerde werkplaats.
Door achterop de auto gemonteerde aanbouwdelen (bijvoorbeeld kentekenplaathouder of fietsdrager), kunnen het gezichtsveld en verdere functies van de achteruitrijcamera worden beperkt.
Het contrast van het display kan nadelig worden beïnvloed door invallend zonlicht of andere lichtbronnen. Wees in dat geval extra voorzichtig.
Het display bij een aanzienlijke beperking van de bruikbaarheid, als gevolg van bijvoorbeeld pixelfouten, laten repareren of vervangen.
De volgende cameraweergaven zijn beschikbaar in het multimediasysteem:
De volgende cameraweergaven zijn beschikbaar in het multimediasysteem:
Als het volledige systeem uitvalt. worden de binnenste segmenten van de waarschuwingsmelding rood afgebeeld. Het controlelampje in de toets van de PARKTRONIC gaat branden en op het multifunctioneel display verschijnt het symbool .
Als het systeem achter uitvalt,
worden de achterste segmenten bij het achteruitrijden rood afgebeeld.
worden de achterste segmenten bij het vooruitrijden uitgeschakeld.
Als de actieve parkeerassistent is ingeschakeld, worden de rijstroken groen weergegeven.
Als de PARKTRONIC-parkeerassistent uitgeschakeld is, wordt de waarschuwingsmelding ook uitgeschakeld.