Sommige rijsystemen en rijveiligheidssystemen bewaken met radarsensoren de omgeving voor, achter of naast de auto (afhankelijk van de uitrusting van de auto).
De radarsensoren zijn afhankelijk van de uitrusting van de auto achter de bumpers en/of achter de radiateurgrille geïntegreerd. Deze onderdelen vrijhouden van vuil, ijs en aangekoekte sneeuw meer. De sensoren mogen niet worden afgedekt, bijvoorbeeld door een fietsdrager, uitstekende bagage of radar reflecterende stickers. Na een ongeval en de daarmee verbonden, mogelijk niet zichtbare, schade aan de bumpers of radiateurbekleding, de werking van de radarsensoren laten controleren bij een gekwalificeerde werkplaats. In deze gevallen kan het voorkomen dat het rijassistentiesysteem niet meer correct functioneert.