![](../../assets/images/d0b4cf2f0b52def7354ae36531593424_1_-----.png)
De ingestelde vertrektijden worden voor de klimaatregeling vooraf van de auto en voor de prognose van de laadtoestand en de actieradius op het geselecteerde tijdstip gebruikt. Het opladen start altijd zonder vertraging, onafhankelijk van de volgende vertrektijd.
Uit (geen vertrektijd)
Eenmalig (XX )
Weekprofiel
![](../../assets/images/a1dc929d0b52dd03354ae36531593424_1_-----.png)
![](../../assets/images/a1dc929d0b52dd03354ae36531593424_1_-----.png)
![](../../assets/images/67f8839b57238d39354ae3656178cc46_1_-----.png)
Bij het opladen van de hoogspanningsaccu wordt de laadstroom tot het ingestelde amperage begrensd.
De waarde van de maximale laadstroom is afhankelijk van de meegeleverde laadkabel met vaste waarde.
De hoogspanningsaccu wordt maximaal tot het ingestelde percentage opgeladen.
Het percentage kan in stappen van telkens 10% worden ingesteld.
Er wordt een maximale laadtoestand van 80% geadviseerd. Hogere maximale laadtoestanden kunnen een ongunstige invloed op de levensduur van de hoogspanningsaccu hebben meer.
Zodra de maximale laadtoestand is bereikt, wordt op het mediadisplay een melding weergegeven dat het opladen beëindigd is en dat de rit kan worden voortgezet.
Wanneer de functie actief is, wordt bij het bereiken van de maximale laadtoestand de laadkabel ontgrendeld.
Wanneer de functie actief is en in de navigatiebestemmingen de overeenkomstige adressen zijn opgeslagen, wordt bij het bereiken van het adres automatisch omgeschakeld naar het laadprogramma zodra de parkeerstand P is ingeschakeld.