Wanneer een stoel wordt versteld, kunt u of een van de inzittenden ingeklemd raken.
Als de stoel en de rugleuning niet vergrendeld zijn, kunnen ze bijvoorbeeld bij een remmanoeuvre of een ongeval naar voren klappen.
De inzittende kan door een niet-vergrendelde stoel of rugleuning in de veiligheidsgordel worden gedrukt. De veiligheidsgordel kan niet meer zoals bedoeld beschermen en extra letsel veroorzaken.
Een kinderzitjesbevestigingssysteem wordt niet meer correct ondersteund of op zijn plaats gehouden en kan zijn functie niet meer correct vervullen.
De rugleuning kan voorwerpen of bagage in de bagageruimte niet tegenhouden.
voordat personen op een stoel met in- en uitstaphulp meerijden.
nadat u de stoel hebt ingesteld.
nadat de in- en uitstaphulp is gebruikt.
nadat de bagageruimtevergroting gebruikt is.
Bij onoplettend instellen van de zitplaatsen achterin tijdens het rijden kunnen uzelf of andere inzittenden bekneld raken en daarbij letsel oplopen.
Bij de verstelling in lengterichting kunnen de zitplaatsen achterin en/of het voorwerp worden beschadigd.
De onderdelen van de achterbank zijn verschuifbaar. Het rechterdeel en het linkerdeel samen met het middelste deel kunnen onafhankelijk van elkaar worden verschoven.
![](../../assets/images/a48817af335baf80ac190d2b62268bc3_1_-----.jpg)
![](../../assets/images/423969810b52a683354ae36531593424_1_-----.png)
![](../../assets/images/423969810b52a683354ae36531593424_1_-----.png)