Wanneer tijdens het rijden de bestuurdersstoel, de hoofdsteunen, het stuurwiel of de spiegels worden ingesteld.
Wanneer tijdens het rijden de veiligheidsgordel wordt omgegespt.
De buitenspiegels geven een verkleind beeld. De zichtbare objecten zijn dichterbij dan het lijkt.
Nadat de accukabels losgemaakt zijn of als de accu ontladen was, moeten de buitenspiegels opnieuw worden geïnitialiseerd. Alleen dan werkt het automatisch inklappen van de spiegels.
Een ontgrendelde buitenspiegel kan als volgt weer worden vergrendeld:
Er is een klikkend geluid hoorbaar, gevolgd door een klap. De buitenspiegel neemt de correcte positie in.