Het opladen gebeurt met een hoge spanning. Als de laadkabel, de voertuigstekkerdoos of de netcontactdoos beschadigd is, kunt u een stroomstoot krijgen.
De auto is uitgerust met een beveiligingssysteem tegen te hoge spanningen in het stroomnet. Deze elektrische beveiliging kan bijvoorbeeld bij zwaar onweer worden geactiveerd en kan tot activering van de zekering van het pand en een onderbreking van het opladen leiden. Deze functies dienen ter bescherming van de auto.
Na het weer inschakelen van de zekering van het pand wordt de laadprocedure automatisch voortgezet.
Als het opladen wordt onderbroken zonder dat de zekering van het pand wordt geactiveerd, kan het tot tien minuten duren alvorens de laadprocedure automatisch wordt voortgezet.
De laadkabel en de laadkabelstekker kunnen tijdens het opladen binnen de toegestane grenswaarden warm worden.
De stroomvoorziening van het stroomnet en de laadkabel zijn intact.
De aanwijzingen met betrekking tot het gebruik van de laadkabel en het bedieningselement op de laadkabel zijn in acht genomen.
De afstand van de sleutel tot de auto is niet meer dan 1 m.
Type 1 voor wisselstroomladen (mode 2 of 3)
Type Combo 1 voor wisselstroomladen (mode 2 of 3) en gelijkstroomladen (mode 4)
Type 2 voor wisselstroomladen (mode 2 of 3)
Type Combo 2 voor wisselstroomladen (mode 2 of 3) en gelijkstroomladen (mode 4)
Het opladen wordt beëindigd. Het controlelampje brandt wit. De voertuigstekkerdoos is ontgrendeld.
Als u de laadkabelstekker niet kunt loskoppelen, de ontgrendelingsprocedure herhalen. Als de laadkabelstekker nog steeds geblokkeerd is, contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.
Het opladen wordt beëindigd. Het controlelampje brandt wit. De voertuigstekkerdoos is ontgrendeld.
Na afloop van de 30 seconden vergrendelt de voertuigstekkerdoos weer en wordt het opladen weer hervat.
Als u de laadkabelstekker niet kunt loskoppelen, de ontgrendelingsprocedure herhalen. Als de laadkabelstekker nog steeds geblokkeerd is, contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.
Het linker controlelampje op de voertuigstekkerdoos brandt na het losmaken van de laadkabelstekker nog enige tijd en dooft dan.