De beschikbaarheid van deze functie verschilt per land.
De actieve parkeerassistent is een elektronische parkeerhulp op basis van ultrasoon geluid, ondersteund door de achteruitrij- en de 360°-camera. Het systeem meet bij het vooruitrijden automatisch, tot circa 35 km/h, parkeerplekken aan beide zijden van de auto op.
Zodra aan alle voorwaarden wordt voldaan voor het zoeken naar parkeerplekken, verschijnt de weergave op het multifunctioneel display.
Heeft de actieve parkeerassistent parkeerplekken herkend, dan verschijnt de weergave op het multifunctioneel display. De pijlen geven aan, aan welke zijde van de rijbaan er herkende parkeerplekken aanwezig zijn. Deze worden vervolgens weergegeven op het mediadisplay.
De parkeerplek kan vrij worden gekozen. De inparkeerrichting (voor- of achteruit) kan, afhankelijk van de parkeerplek, eveneens vrij worden gekozen.
Wanneer de actieve parkeerassistent geactiveerd is, worden op basis van de berekende weg de richtingaanwijzers geactiveerd.
Het in- en het uitparkeren worden ondersteund door gas geven, remmen, sturen en schakelen.
De actieve parkeerassistent is slechts een hulpmiddel. Hij kan uw waarneming van de omgeving niet vervangen. De bestuurder blijft altijd verantwoordelijk voor het veilig manoeuvreren en in- en uitparkeren. Erop letten dat zich geen personen, dieren of voorwerpen in de baan van de auto bevinden.
De PARKTRONIC-parkeerassistent wordt uitgeschakeld.
Er wordt gestuurd.
De parkeerrem wordt ingeschakeld.
De transmissiestand wordt ingeschakeld.
Het ESP® regelt.
De portieren of de achterklep worden tijdens het rijden geopend.
Wanneer de exterieurverlichting een storing vertoont, is de actieve parkeerassistent niet beschikbaar.
Objecten die zich boven of onder het registratiegebied van de sensoren bevinden, bijvoorbeeld uitstekende lading, overhangen of laadplatforms van vrachtwagens of begrenzingen van parkeerplekken, worden bij het opmeten van de parkeerplek niet herkend. Daarom wordt hiermee ook geen rekening gehouden bij het berekenen van de parkeerprocedure. De actieve parkeerassistent stuurt daarom foutief de parkeerplek in.
De actieve parkeerassistent kan te vroeg insturen.
De auto stopt niet voor deze objecten.
Daardoor kunt u een aanrijding veroorzaken.
Extreme weersomstandigheden, bijvoorbeeld sneeuw of zware regenval, kunnen ertoe leiden dat de afmetingen van de parkeerplek niet nauwkeurig kunnen worden bepaald. Parkeerplekken vóór geparkeerde aanhangwagens, waarvan de aanhangwagendissel over de rand van de parkeerplek steekt, worden mogelijkerwijs niet als parkeerplek herkend of niet correct gemeten. De actieve parkeerassistent alleen gebruiken op een vlakke, stroeve ondergrond.
Bij extreme weersomstandigheden, bijvoorbeeld ijs, sneeuw of bij zware regenval
Bij het transport van ladingen die voorbij de auto uitsteken
Bij steile hellingen van meer dan circa 15%
Als sneeuwkettingen zijn gemonteerd
Bij een aangekoppelde aanhangwagen of fietsdrager
Direct na een bandenwissel of als vervangende banden zijn gemonteerd
Bij een te lage of te hoge bandenspanning
Bij een vervorming van het onderstel, bijvoorbeeld na rijden tegen een stoeprand
Parkeerplekken waar parkeren niet is toegestaan
Parkeerplekken op een ongeschikte ondergrond