Deuren openen en daardoor andere personen of verkeersdeelnemers in gevaar brengen.
Uitstappen en door het verkeer worden gegrepen.
Uitrustingen van het voertuig bedienen en bijvoorbeeld bekneld raken.
De parkeerrem vrij te zetten.
De transmissiestand te wijzigen.
Het voertuig te starten.
Dit geldt eveneens voor de digitale voertuigsleutel, als de functie "Digitale voertuigsleutel" via Mercedes me connect is geactiveerd.
Het bestuurdersportier is gesloten.
De motor draait.
De transmissie staat in de stand
of
en het gaspedaal wordt ingedrukt of er wordt geschakeld van de transmissiestand
in de stand
of
.
Als de transmissie in de stand
staat, moet het kofferdeksel gesloten zijn.
Het bestuurdersportier is gesloten.
De transmissiestand
wordt verlaten, of er is voordien sneller dan 3 km/h gereden.
Als de elektrische parkeerrem wordt vrijgezet, dooft in het combi-instrument het rode controlelampje .