De PARKTRONIC-parkeerassistent herkent bepaalde objecten in de directe omgeving mogelijk niet.
Bij het manoeuvreren, in- en uitparkeren mogen zich onder andere geen personen, dieren of voorwerpen in het manoeuvreergebied bevinden; dit controleren.
De PARKTRONIC-parkeerassistent is actief, als het controlelampje niet brandt. Als het controlelampje brandt of op het multifunctioneel display het symbool
wordt weergegeven, is de PARKTRONIC-parkeerassistent niet actief.
![](../../assets/images/dcba37e04741b385ac190d2b6b94e659_1_-----.jpg)
![](../../assets/images/445473de0b52aab9354ae36531593424_1_-----.png)
Afhankelijk van de uitrusting van de auto kan de toets zich ook in de middenconsole bevinden.
Als de auto wordt gestart, is de PARKTRONIC-parkeerassistent automatisch ingeschakeld.