Klimaatregeling in- en uitschakelen
Klimaatregeling inschakelen
De luchthoeveelheid met 
in de klimaatregel van het centraal display in de stand 1 of hoger zetten
in de klimaatregel van het centraal display in de stand 1 of hoger zetten of
, 
, 
of 
indrukken. Klimaatregeling uitschakelen
De luchthoeveelheid met 
in de klimaatregel van het centraal display in de stand 0 zetten
in de klimaatregel van het centraal display in de stand 0 zetten of
indrukken. Wanneer de klimaatregeling is uitgeschakeld, kunnen de ruiten sneller beslaan. Klimaatregeling slechts kortstondig uitschakelen.
Wanneer de klimaatregeling met wordt uitgeschakeld, verschijnt OFF in de klimaatregel.
Wanneer de functie maximaliseren van de actieradius wordt geactiveerd, worden bepaalde klimaatregelingsfuncties beperkt, en worden de ruit- en spiegelverwarmingen uitgeschakeld. Dit kan, afhankelijk van de weersomstandigheden, leiden tot beslagen ramen en beperkt zicht. Om de klimaatregelingsfuncties snel weer opnieuw te activeren, op de toets 
in de klimaatregel van het centraal display drukken.