Er kunnen lichaamsdelen bekneld raken. Er kunnen zich personen of dieren in het sluitgebied bevinden.
of 
in de sleutel indrukken. Het zicht op de omgeving kan beperkt zijn.
De automatische portieren kunnen dan automatisch worden geopend of gesloten.
Wanneer de actieve dodehoekassistent uitgeschakeld of niet beschikbaar is, kunnen de automatische portieren niet van binnenuit worden geopend.
met de sleutel (bestuurders- of passagiersportier openen en sluiten)
de auto naderen (bestuurdersportier openen)
het rempedaal bedienen (bestuurdersportier sluiten)
met de binnenste portiergrepen (portieren openen en sluiten)
met de buitenste portiergrepen (portieren openen en sluiten)
via het multimediasysteem meer
Wanneer een achterportier met het kinderslot beveiligd is, kan dit niet met de portiergreep van binnenuit worden geopend. Voor meer informatie over het kinderslot in de achterportieren meer.
Via het multimediasysteem kunnen de achterportieren nog wel van binnenuit worden geopend meer.
Wanneer een portier bij het sluiten de eerste vergrendelingspositie heeft bereikt, trekt de servosluiting meer dit portier automatisch in het slot.
Wanneer de achterportieren via de comfortfunctie worden gesloten, zijn deze niet automatisch vergrendeld.
van de sleutel indrukken en ingedrukt houden, tot het portier begint te openen. U kunt in het multimediasysteem instellen of bij het indrukken van de toets op de sleutel het bestuurdersportier, het passagiersportier of geen portier opent meer.
Wanneer geen portier wordt geopend, wordt bij het indrukken van de toets de functie comfortopening uitgevoerd. Bij de comfortopening worden bijvoorbeeld de zijruiten en het panoramaschuifdak geopend. Meer informatie over comfortopening meer.
van de sleutel indrukken en ingedrukt houden, tot het portier begint te sluiten. Alle geopende portieren worden gesloten.
van de sleutel indrukken en ingedrukt houden. Alle geopende portieren, zijruiten en het panoramaschuifdak worden gesloten.
Om de auto te vergrendelen, moet u de toets op de sleutel opnieuw indrukken.
Bestuurdersportier openen wanneer de auto wordt genaderd:
Bij het langs de auto lopen
Bij het gebruik van een wasstraat
Bij het gebruik van een hogedrukreiniger
Wanneer u de auto nadert en de sleutel wordt herkend, wordt de auto ontgrendeld en het bestuurdersportier automatisch geopend.
Een bij nadering van de auto automatisch geopend bestuurdersportier gaat niet weer automatisch dicht.
Bestuurdersportier met het rempedaal sluiten:
Automatische portieren van binnenuit openen of sluiten:
Aansluitend wordt de automatische beweging gestart.
Wanneer u tijdens de automatische beweging aan de portiergreep trekt, wordt het openen of sluiten gestopt. Wanneer u opnieuw aan de portiergreep trekt, wordt de beweging in omgekeerde richting hervat.
van de portiergreep aanraken. De objectherkenning bewaakt met meerdere sensoren het openingsbereik van de automatische portieren, om objecten te herkennen. Wanneer een van de sensoren een object herkent, worden de automatische portieren gestopt en wordt in het multimediasysteem een waarschuwing weergegeven.
Ook wanneer de automatische portieren over sensoren beschikken, kan niet gewaarborgd worden, dat alle objecten herkend worden. De objectherkenning is slechts een hulpmiddel en kan de oplettendheid van de inzittenden voor de directe omgeving bij het openen en sluiten van de automatische portieren niet vervangen. De verantwoordelijkheid voor het veilig openen en sluiten van de portieren ligt altijd bij de inzittenden.
Registratiegebied van de sensoren
De objectherkenning herkent bepaalde objecten in de directe omgeving mogelijk niet.
De objectherkenning herkent zulke objecten in de direct omgeving niet altijd, vooral tijdens de beweging. Anders kunnen de auto of andere objecten worden beschadigd.
De sensoren worden mogelijk gestoord door sneeuw of voorwerpen die ultrasone golven absorberen.
Wanneer de sensoren afgedekt zijn, kunnen de automatische portieren niet betrouwbaar functioneren.
Anders worden de sensoren mogelijk geblokkeerd en obstakels niet of slechts beperkt herkend.
Als extra veiligheid wordt de uitstapwaarschuwing van de actieve dodehoekassistent gebruikt. Wanneer een obstakel wordt herkend, wordt de comfortfunctie uitgeschakeld en een bewegend portier gestopt.
De uitstapwaarschuwing reageert niet op stilstaande objecten en ook niet op personen of andere verkeersdeelnemers die met een groot snelheidsverschil dichterbij komen.
De uitstapwaarschuwing kan in deze situaties niet waarschuwen.
De uitstapwaarschuwing is slechts een hulpmiddel en ontslaat de inzittenden er niet van zelf goed te blijven opletten. De inzittenden blijven altijd verantwoordelijk voor het zonder gevaar openen van de portieren en het veilig verlaten van de auto.
Meer informatie over de actieve dodehoekassistent met uitstapwaarschuwing meer.
Wanneer een obstakel een portier tijdens het automatisch openen hindert, wordt het achterportier gestopt door de blokkeerherkenning. De automatische blokkeerherkenning is slechts een hulpmiddel. U dient zelf altijd goed te blijven opletten.
De blokkeerherkenning kan mogelijk niet in alle gevallen het automatisch openen van de portieren stoppen. Vooral bij lichte, zachte objecten kan dit het geval zijn.
De automatische portieren zijn met een automatische blokkeerherkenning met anti-inklemfunctie uitgerust. Wanneer een obstakel een portier tijdens het automatisch sluiten blokkeert, wordt het portier automatisch weer geopend. De automatische anti-inklemfunctie is slechts een hulpmiddel en is geen vervanging van uw oplettendheid.
op zachte, lichte en dunne objecten, bijvoorbeeld vingers
tegen het einde van het sluitproces
de anti-inklemfunctie kan het inklemmen vooral in deze situaties niet voorkomen.
of in de sleutel indrukken. Via de volgende link kunt u een animatie over dit onderwerp bekijken:
