![](../../assets/images/62b3d74dfe502d6eac190d2b5d6ddd2b_1_-----.jpg)
![](../../assets/images/b55e0628ad15103cac190d165aef13d6_1_-----.png)
Wanneer het controlelampje van de toets brandt, is de spoorassistent ingeschakeld. Er kan een waarschuwing worden gegeven wanneer aan alle voorwaarden is voldaan.
Wanneer met ingeschakelde spoorassistent sneller dan 60 km/h wordt gereden en rijstrookmarkeringen worden herkend, worden de lijnen in het menu Assistentieweergave van de boordcomputer groen weergegeven. De spoorassistent is bedrijfsklaar.
Bij het omschakelen toont het display in het combi-instrument kort de melding Spoorassistent Aan of Spoorassistent Uit.
Informatie over het menu Assistentieweergave vindt u onder "Assistentieweergave" meer.