De zijruiten zijn gesloten.
De deuren zijn gesloten.
De interieurbeveiliging wordt na circa 20 seconden ingeschakeld.
De interieurbeveiliging wordt automatisch uitgeschakeld.
![](../../assets/images/5b2ad3cac3c7c6b8354ae3650a9a36c2_1_-----.jpg)
![](../../assets/images/423969810b52a683354ae36531593424_1_-----.png)
Na het loslaten van de toets gaat het controlelampje in de toets circa drie seconden branden.
De interieurbeveiliging is uitgeschakeld.
De interieurbeveiliging blijft zo lang uitgeschakeld, tot u het voertuig opnieuw vergrendelt.
Personen of dieren blijven achter in het voertuig.
Het voertuig wordt getransporteerd, bijvoorbeeld op een veerboot of een autotransporter.
Hierdoor wordt vals alarm voorkomen.