Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • EQV
  • 12/2020
app store google play
X

Printen
Functie van de dodehoekassistent

De dodehoekassistent bewaakt met behulp van twee zijdelings naar achteren gerichte radarsensoren het gebied tot 3 m achter en 3 m direct naast het voertuig.

WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen ondanks dodehoekassistent

De dodehoekassistent reageert niet op stilstaande objecten en niet op voertuigen die met een groot snelheidsverschil naderen en u inhalen.

De dodehoekassistent kan in deze situaties niet waarschuwen.

De verkeerssituatie altijd goed in de gaten houden en voldoende zijdelingse afstand aanhouden.

De aanwijzingen met betrekking tot de rijsystemen en uw verantwoording in acht nemen, anders kunt u gevaren niet herkennen meer.

Als vanaf een snelheid van circa 30 km/h een voertuig wordt herkend dat direct daarna in het controlegebied naast het voertuig komt, gaat het waarschuwingslampje in de buitenspiegel rood branden.

Als zich een voertuig op geringe afstand opzij in het controlegebied bevindt en u de richtingaanwijzer in de betreffende richting inschakelt, klinkt een waarschuwingssignaal. Het rode waarschuwingslampje in de buitenspiegel knippert. Als de richtingaanwijzer ingeschakeld blijft, worden alle overige herkende voertuigen alleen weergegeven door het knipperen van het rode waarschuwingslampje.

Als een voertuig wordt ingehaald, wordt alleen een waarschuwing gegeven als het snelheidsverschil kleiner dan 11 km/h is.

Systeemgrenzen
De dodehoekassistent kan in de volgende situaties beperkt beschikbaar zijn:
  • Bij vervuilde of afgedekte sensoren

  • Bij slecht zicht, bijvoorbeeld door mist, hevige regen, sneeuw of spatwater

  • Bij smalle voertuigen in het controlegebied, bijvoorbeeld fietsen

  • Bij zeer brede of zeer smalle rijstroken

  • Bij sterk zijdelings versprongen rijdende voertuigen

Bij vangrails en dergelijke obstakels kunnen ongegronde waarschuwingen worden gegeven. Als lang naast lange voertuigen wordt gereden, bijvoorbeeld een vrachtwagen, kan de waarschuwing worden onderbroken.

Bij ingeschakelde achteruitversnelling is de dodehoekassistent niet bedrijfsklaar.