Portieren openen en daardoor andere personen of verkeersdeelnemers in gevaar brengen.
Uitstappen en door het verkeer worden gegrepen.
Uitrustingen van de auto bedienen en bijvoorbeeld bekneld raken.
De parkeerrem vrijzetten.
De transmissiestand wijzigen.
Het voertuig starten.
Wanneer u het voertuig met gekozen parkeerstand parkeert en de parkeerrem niet is bediend, dan kan het voertuig wegrollen.
De gekozen parkeerstand vormt geen volwaardige vervanging voor de parkeerrem.
Er bestaat kans op ongevallen en letsel!
De volgende punten in acht nemen om te waarborgen dat het voertuig correct tegen onbedoeld wegrollen is beveiligd.
![](../../assets/images/706121405723944d354ae3656178cc46_1_-----.png)
![](../../assets/images/a7f196f1572393c1354ae3656178cc46_1_-----.png)