een deur
het voertuig met de noodsleutel
de motorkap
de achterklep of de achterdeur
Na de vergrendeling met de sleutel wordt de EDW automatisch ingeschakeld.
Bij ingeschakelde EDW knippert het controlelampje in het bedieningspaneel dakconsole.
na de ontgrendeling met de sleutel
wanneer de sleutel in het contactslot wordt gestoken
Het alarm stopt ook niet wanneer de reden voor het alarm, bijvoorbeeld het openen van een deur, direct weer wordt opgeheven.