Wanneer bij een oververhitte motor of bij brand in de motorruimte de motorkap wordt geopend, kunt u in contact komen met hete gassen of andere ontsnappende bedrijfsstoffen.
Componenten in de motorruimte kunnen ook bij uitgeschakeld contact blijven werken of plotseling in werking treden.
Voordat werkzaamheden in de motorruimte worden uitgevoerd het volgende in acht nemen:
Wanneer motorolie op hete onderdelen in de motorruimte terecht komt, kan het ontsteken.
Bepaalde onderdelen in de motorruimte kunnen zeer heet zijn, bijvoorbeeld de motor, de radiateur en onderdelen van het uitlaatsysteem.
Motorkap
Oliepeilstaaf
Afsluitdop vulopening motorolie
Afsluitdop ruitensproeiervloeistofreservoir
Afsluitdop koelvloeistofexpansiereservoir
Te veel motorolie kan de motor of de katalysator beschadigen.
Het gebruik van extra additieven in motorolie kan de motor beschadigen.
Als er gemorste olie in de grond komt, treedt er milieuschade op.
Daarbij erop letten dat de afsluitdop goed vergrendelt.
Voor een correcte registratie van het oliepeil moet de motor na het bijvullen van olie een tijdlang draaien. Een wijziging van het oliepeil bij het bijvullen van olie is eventueel niet direct zichtbaar. Afhankelijk van het rijprofiel is een weergave van het nieuwe oliepeil pas na tot 60 minuten rijden mogelijk.
Eventueel alleen de op het display van het combi-instrument weergegeven oliehoeveelheid bijvullen en het oliepeil na de volgende rit opnieuw controleren.