Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • V-Klasse
  • 06/2020
app store google play
X

Printen
ISOFIX-kinderzitjesbevestigingsysteem op de zitplaats achterin inbouwen
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of levensgevaar door het overschrijden van het toegestaan totaalgewicht van kind en kinderzitjesbevestigingssysteem

De ISOFIX‑kinderzitjesverankeringen kunnen overbelast raken en het kind kan bijvoorbeeld bij een ongeval niet meer worden tegengehouden.

Als het kind en het kinderzitjesbevestigingssysteem samen meer dan het toegestaan totaalgewicht van 33 kg wegen, alleen een ISOFIX‑kinderzitjesbevestigingsysteem gebruiken waarbij het kind met de veiligheidsgordel van de zitplaats wordt beveiligd.
Het kinderzitjesbevestigingssysteem tevens, indien aanwezig , met de Top Tether-gordel vastzetten.
Altijd de gegevens over het gewicht van het kinderzitjesbevestigingssysteem in acht nemen:
  • in de montage- en gebruikshandleiding van de fabrikant van het gebruikte kinderzitjesbevestigingssysteem

  • op een label aan het kinderzitjesbevestigingssysteem, indien aanwezig

Regelmatig controleren dat het toegestaan totaalgewicht van kind en kinderzitjesbevestigingssysteem wordt aangehouden.

Bij de montage van een kinderzitjesbevestigingssysteem altijd het volgende in acht nemen:
  • Altijd het toepassingsgebied en de geschiktheid van zitplaatsen voor bevestiging van een kinderzitjesbevestigingssysteem in acht nemen.
  • Altijd de montage- en gebruikshandleiding van de fabrikant van het gebruikte kinderzitjesbevestigingssysteem in acht nemen.
  • Ervoor zorgen dat de voeten van het kind de voorstoel niet kunnen raken. De voorstoel zo nodig iets naar voren zetten.
Bij de montage van een ISOFIX-kinderzitjesbevestigingsysteem daarnaast ook het volgende in acht nemen:
  • Bij gebruik van een babyschaal van de groepen 0/0+ en een naar achteren gericht kinderzitjesbevestigingssysteem van groep I op een zitplaats achterin: De voorstoel zo instellen, dat de voorstoel het kinderzitjesbevestigingssysteem niet raakt.
  • De rugleuning van de zitplaats achterin voor de montage van het kinderzitje rechtop zetten. De rugleuning niet verstellen als een ISOFIX-kinderzitjesbevestigingsysteem is gemonteerd.
  • Bij bepaalde kinderzitjesbevestigingssystemen van de gewichtsgroepen II of III kan het gebeuren dat het kinderzitjesbevestigingssysteem niet op de maximumgrootte kan worden ingesteld, bijvoorbeeld door mogelijk contact met het dak.
  • Het kinderzitjesbevestigingssysteem niet ingeklemd en/of gedraaid tussen het dak en het zitvlak inbouwen.
  • Het kinderzitjesbevestigingssysteem niet door de hoofdsteun belasten. De hoofdsteunen overeenkomstig instellen.
ISOFIX-bevestigingsbeugels

Voor iedere rit beslist controleren of het ISOFIX-kinderzitjesbevestigingsysteem correct in beide bevestigingsbeugels van het voertuig vergrendeld is.

AANWIJZING Beschadiging van de veiligheidsgordel van de middelste zitplaats bij de montage van het kinderzitjesbevestigingssysteem
Controleren dat de veiligheidsgordel niet bekneld raakt.
Het ISOFIX-kinderzitjesbevestigingsysteem aan beide ISOFIX-bevestigingsbeugels bevestigen.