Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • V-Klasse
  • 06/2020
app store google play
X

Printen
Starthulp en 12V‑accu's opladen
WAARSCHUWING Explosiegevaar bij een bevroren accu

Een ontladen accu kan al bij temperaturen rond het vriespunt bevriezen.

Als dan starthulp wordt gegeven of de accu wordt opgeladen, kan accugas ontsnappen.

Een bevroren accu vóór het opladen of voor het geven van starthulp altijd laten ontdooien.

Wanneer bij temperaturen rond of onder het vriespunt de waarschuwings- en controlelampjes in het combi-instrument niet gaan branden, is de ontladen accu met grote waarschijnlijkheid bevroren.

In dat geval de volgende punten in acht nemen:
  • Geen starthulp geven en de accu niet opladen.

  • De levensduur van een weer ontdooide accu kan drastisch ingekort zijn.

  • Het startgedrag kan verslechteren, in het bijzonder bij lage temperatuur.

  • Het wordt geadviseerd een ontdooide accu bij een gekwalificeerde werkplaats te laten controleren.

WAARSCHUWING Explosiegevaar bij het opladen en bij starthulp

Bij het opladen en bij starthulp kan een explosief gasmengsel uit de accu ontsnappen.

Beslist vuur, open licht, vonkvorming en roken vermijden.
Voor voldoende ventilatie zorgen.
Niet over een accu buigen.
WAARSCHUWING Gevaar voor brandwonden door accuzuur

Accuzuur is een agressieve stof.

Contact met de huid, ogen of kleding voorkomen.
Niet over de accu buigen.
Geen accugassen inademen.
Kinderen van de accu verwijderd houden.
Accuzuur direct grondig met veel schoon water afspoelen en direct de hulp van een arts inroepen.
Starthulp
AANWIJZINGBeschadiging door veelvuldige en langdurige startpogingen

Door veelvuldige en langdurige startpogingen kan door onverbrande brandstof de katalysator worden beschadigd.

Veelvuldige en langdurige startpogingen voorkomen.

Het voertuig niet met behulp van een snellader starten. Als de accu ontladen is, kan een ander voertuig of een externe accu met startkabels starthulp geven. Het voertuig is daartoe uitgerust met een hulpstartpunt in de motorruimte.

Bij de starthulp de volgende punten in acht nemen:
  • Niet bij alle voertuigen is de accu bereikbaar. Wanneer de accu van het andere voertuig niet bereikbaar is, om starthulp vragen via een externe accu of met behulp van een starthulpsysteem.

  • De motor mag alleen met startkabels worden gestart als de motor koud en het uitlaatsysteem afgekoeld is.

  • De motor niet starten als de accu bevroren is. De accu eerst laten ontdooien.

  • Alleen accu's met een nominale spanning van 12V als starthulp gebruiken.

  • Alleen startkabels met voldoende grote doorsnede en geïsoleerde poolklemmen gebruiken.

  • Wanneer de accu volledig ontladen is, de externe accu enkele minuten aangesloten laten voordat een startpoging wordt ondernomen. Daardoor wordt de lege accu enigszins opgeladen.

  • Erop letten dat de beide voertuigen elkaar niet raken.

Startkabels en meer informatie over de starthulp is verkrijgbaar bij een gekwalificeerde werkplaats.

Vóór het aansluiten van de startkabels het volgende controleren:
  • De startkabels zijn onbeschadigd.

  • De niet-geïsoleerde onderdelen van de poolklemmen komen niet in aanraking met andere metalen onderdelen zolang de startkabels met de accu zijn verbonden.

  • De startkabels raken geen onderdelen die kunnen bewegen bij een startende of draaiende motor, zoals de riempoelie of de ventilator.

De parkeerrem bedienen.
Voertuigen met automatische transmissie:
De transmissie in de stand zetten.
Voertuigen met handgeschakelde versnellingsbak:
De neutraalstand inschakelen.
Alle elektrische verbruikers uitschakelen, bijvoorbeeld audioapparatuur, aanjager.
Het contact uitschakelen en de sleutel uit het contactslot verwijderen.
Motorkap openen meer.
Startkabels aansluiten en losmaken
Hulpstartpunt (voorbeeld)
De aanrakingsbescherming van het hulpstartpunt tegen de veerkracht in tot de aanslag naar achteren schuiven.

Het hulpstartpunt is zichtbaar.

Aansluitschema
De afdekking van de pluspool van de externe accu verwijderen.
De plusklemmen van de startkabel eerst op de pluspool van de externe accu en daarna op de pluspool van het hulpstartpunt aansluiten.
De massaklemmen van de startkabel eerst op de minpool van de externe accu en daarna op het massacontact van het eigen voertuig aansluiten.
De motor van het andere voertuig met stationair toerental laten draaien.
De sleutel in het contactslot steken, de motor starten en enkele minuten laten draaien.
Voordat de startkabels worden losgemaakt een elektrische verbruiker van het eigen voertuig, bijvoorbeeld de achterruitverwarming of de verlichting, inschakelen.
De minpoolklemmen van de startkabel eerst van het massacontact en daarna van de minpool van de externe accu losmaken.
De pluspoolklemmen van de startkabel eerst van de pluspool op het hulpstartpunt en daarna van de pluspool van de externe accu losmaken.

De aanrakingsbescherming wordt door de veerkracht automatisch naar voren in de uitgangspositie gebracht en het hulpstartpunt wordt afgesloten.

De afdekking op de pluspool van de externe accu aanbrengen.
De accu bij een gekwalificeerde werkplaats laten controleren.
12V‑accu's opladen
AANWIJZING Schade aan de elektronica door niet goedgekeurde opladers

Als u een ingebouwde accu oplaadt met een niet voor Mercedes-Benz goedgekeurde oplader, kan de voertuigelektronica worden beschadigd.

Alleen een voor Mercedes-Benz goedgekeurde oplader gebruiken, waarmee de accu in ingebouwde toestand kan worden opgeladen.
De accu alleen via het hulpstartpunt opladen.

De speciaal aan Mercedes-Benz voertuigen aangepaste en voor Mercedes-Benz geteste en goedgekeurde oplader is verkrijgbaar als accessoire.

Voor meer informatie en beschikbaarheid kunt u contact opnemen met een Mercedes-Benz-servicewerkplaats. De handleiding van de oplader lezen voordat u de accu gaat opladen.

Als u overwegend korte afstanden en/of bij een lage buitentemperatuur rijdt, de accu vaker opladen.

De oplader in dezelfde volgorde op de pluspool en het massacontact aansluiten als beschreven voor de externe accu bij de starthulp.

Een uitgebouwde, niet gebruikte accu om de drie maanden bijladen. Hierdoor wordt zelfontlading tegengegaan en schade aan de accu voorkomen.

Verzorging van de 12V‑accu
AANWIJZING Accu-ontlading door kruipstromen

Verontreinigde accupoolklemmen en accuoppervlakken veroorzaken kruipstromen. Daardoor kunnen de accu's ontladen.

De accupoolklemmen en het oppervlak van de accu's altijd schoon en droog houden.
AANWIJZING Beschadiging van de accubehuizing door ondeskundige reiniging

Als brandstofhoudende reinigingsmiddelen worden gebruikt, tasten deze de accubehuizing aan.

Geen brandstofhoudende reinigingsmiddelen gebruiken.
AANWIJZING Beschadiging van de accu door zelfontlading

Wanneer verontreiniging in de accucel belandt, wordt de zelfontlading verhoogd en kan de accu beschadigd raken.

De accu alleen met vastgedraaide doppen reinigen.

De volgende punten met betrekking tot de verzorging van accu's in acht nemen:

Regelmatig controleren of de accupoolklemmen en de bevestiging van de massakabel aan het chassis vastzitten.
De onderzijde van de accupoolklemmen dun met accupoolvet insmeren.
De accubehuizing alleen met universele reinigingsmiddelen reinigen.