Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • V-Klasse
  • 06/2020
app store google play
X

Printen
Functie van de 360°-camera

Het systeem bestaat uit vier camera's. De camera's registreren de directe omgeving van het voertuig. Het systeem ondersteunt u bijvoorbeeld bij het parkeren of bij slecht overzichtelijke uitritten.

De 360°-camera is slechts een hulpmiddel. Hij kan uw waarneming van de omgeving niet vervangen. De chauffeur blijft altijd verantwoordelijk voor het veilig manoeuvreren en parkeren. Bij het manoeuvreren of parkeren mogen zich onder andere geen personen, dieren of voorwerpen in het manoeuvreergebied bevinden; dit controleren.

Het systeem verwerkt de beelden van de volgende camera's:
  • Achteruitrijcamera

  • Frontcamera

  • Twee zijcamera's in de buitenspiegels

Weergaven van de 360°-camera

Via de aan de onderzijde of aan de zijkant aangebrachte softkeys kunt u uit de volgende weergaven kiezen:

Weergave van de aan de onderkant aangebrachte softkeys
Groothoekweergave vóór
Top View met beeld van de frontcamera
Top View met beeld van de zijcamera's vooruit (velgenaanzicht van de voorwielen)
Groothoekweergave achter
Top View met beeld van de achteruitrijcamera
Top View met beeld van de zijcamera's achteruit (velgenaanzicht van de achterwielen)
Top View met aanhangwagenweergave (voertuigen met aanhangwagenvoorziening)
Top View
Baan van het voertuig bij actuele stuuruitslag
Waarschuwingsmelding van de PARKTRONIC-parkeerassistent
Eigen voertuig van bovenaf
De kleur van de afzonderlijke segmenten van de waarschuwingsmelding is afhankelijk van de afstand tot het herkende obstakel:
  • Gele segmenten: Obstakels op een afstand tussen circa 0,4 m en 1,0 m

  • Rode segmenten: Obstakels op een zeer geringe afstand van circa 0,3 m of minder

Wanneer de PARKTRONIC-parkeerassistent gereed voor gebruik is en geen objecten worden herkend, worden de segmenten van de waarschuwingsmelding van de betreffende actieve zijde dun in het geel weergegeven.

Hulplijnen
Geel rijspoor van de banden bij actuele stuuruitslag (dynamisch)
Gele hulplijnen, breedte van het voertuig (vlak waarover wordt gereden) afhankelijk van de huidige stuuruitslag (dynamisch)
Markering op een afstand van circa 1,0 m
Rode hulplijn op circa 0,3 m afstand tot het achtergedeelte

De hulplijnen op het mediadisplay geven de afstanden tot het eigen voertuig aan. De afstanden gelden op rijbaanhoogte.

De hulplijnen in de aanhangwagenmodus worden ter hoogte van de aanhangwagenvoorziening afgebeeld.

Aanhangwagenweergave (voertuigen met aanhangwagenvoorziening)

De aanhangwagenweergave toont de kogelkop van de aanhangwagenvoorziening en een richthulp voor het manoeuvreren.

Gele hulplijn, richthulp
Rode hulplijn op circa 0,3 m afstand tot de kogelkop van de aanhangwagenvoorziening
Kogelkop van de aanhangwagenvoorziening
Zijaanzichten van de spiegelcamera's

In deze weergaven kunnen de voorste of achterste zijkanten van het voertuig worden bekeken.

Voorbeeld zijcamera's naar voren (velgenaanzicht van de voorwielen)
Hulplijnen van de buitenmaten van het voertuig met uitgeklapte buitenspiegels (linkerzijde van het voertuig)
Hulplijnen van de buitenmaten van het voertuig met uitgeklapte buitenspiegels (rechterzijde van het voertuig)
Systeemgrenzen
De 360°-camera werkt in onder andere de volgende situaties slechts beperkt of helemaal niet:
  • De deuren of de achterklep zijn geopend.

  • De buitenspiegels worden ingeklapt.

  • Het regent hard, het sneeuwt of het is mistig.

  • De lichtomstandigheden zijn slecht, bijvoorbeeld 's nachts.

  • De camera's worden blootgesteld aan zeer fel licht. Er kunnen witte strepen op het camerabeeld verschijnen.

  • De omgeving wordt met een fluorescerend licht verlicht, het mediadisplay kan flikkeren.

  • Er ontstaat een snelle temperatuurwisseling, bijvoorbeeld wanneer in de winter vanuit de kou een verwarmde garage wordt ingereden.

  • De omgevingstemperatuur zeer hoog is.

  • De cameralens is afgedekt, vervuild of beslagen.

  • Camera's of onderdelen van het voertuig waarin de camera's zijn gemonteerd, zijn beschadigd. De camera's, hun stand en afstelling laten controleren bij een gekwalificeerde werkplaats.

In deze situaties de 360°-camera niet gebruiken. Anders kunt u anderen bij het parkeren verwonden of in botsing komen met voorwerpen.

Het mediadisplay bij een aanzienlijke beperking van de bruikbaarheid, bijvoorbeeld als gevolg van pixelfouten, laten repareren of vervangen.

Als u de velgmaat van uw voertuig wijzigt, controleer dan de toekenning hiervan bij de wieldiametergroep meer. Als de toekenning zonder een omcodering van de regeleenheden in het voertuig wordt veranderd, kan de 360°-camera niet exact worden gekalibreerd. Een correcte weergave van de hulplijnen op rijbaanhoogte of ter hoogte van de aanhangwagenkoppeling is dan niet mogelijk.

De aanwijzingen voor het reinigen van de 360°-camera in acht nemen meer.