Wanneer het voertuig volledig met de noodsleutel moet worden vergrendeld, de borgpennen van de deuren omlaagdrukken. Vervolgens de chauffeursdeur met de noodsleutel vergrendelen.
De chauffeursdeur is ontgrendeld.
De chauffeursdeur is vergrendeld.
Voertuigen met rechtse besturing: De noodsleutel moet telkens in tegengestelde richting worden gedraaid.