Wanneer tijdens het rijden de bestuurdersstoel, de hoofdsteunen, het stuurwiel of de spiegels worden ingesteld.
Wanneer tijdens het rijden de veiligheidsgordel wordt omgegespt.
Als hoofdsteunen niet zijn ingebouwd of niet correct zijn ingesteld is er een verhoogd risico op letsel aan het hoofd en de nek, bijvoorbeeld bij een ongeval of remmanoeuvre!
Met de verstelling in lengterichting voor de hoofdsteun de hoofdsteun zo instellen, dat deze zich zo dicht mogelijk bij het achterhoofd bevindt.
De hoofdsteun alleen gebruiken als deze vergrendeld is.
De hoofdsteun alleen gebruiken als deze vergrendeld is.