De actieve afstandsassistent DISTRONIC houdt bij een vrije doorgang de ingestelde snelheid aan. Bij herkende voorliggers wordt de ingestelde afstand aangehouden, indien nodig tot stilstand. Het voertuig wordt – afhankelijk van de afstand tot de voorligger en de ingestelde snelheid – versneld of vertraagd. De snelheid en de afstand worden op het stuurwiel ingesteld en opgeslagen. De snelheid kan in het gebied tussen 20 km/h en 200 km/h worden ingesteld.
Afhankelijk van de vooraf ingestelde afstand regelt de DISTRONIC dynamisch (kleine afstand) of brandstofbesparend (grote afstand).
Afhankelijk van het herkende voertuiggewicht wordt de dynamiek van de DISTRONIC-regeling gereduceerd.
Afhankelijk van het geselecteerde rijprogramma wordt de rijstijl aangepast.
De voorbereiding van een acceleratie naar de opgeslagen snelheid start wanneer de richtingaanwijzer wordt ingeschakeld om naar de snellere rijstrook te wisselen.
De actieve afstandsassistent DISTRONIC is slechts een hulpmiddel. De chauffeur is zelf verantwoordelijk voor de veilige afstand, de snelheid en het tijdig remmen.
De radarsensoren worden gehinderd door sneeuw, regen, mist of veel spatwater.
Als de radarsensoren vervuild of afgedekt zijn.
De sensoren worden gehinderd door andere radarbronnen, bijvoorbeeld bij sterke radarreflectie in parkeergarages.
Op gladde wegen kunnen de aangedreven wielen door remmen of accelereren hun grip verliezen en kan het voertuig in een slip raken.
In verkeerssituaties die het rijden met constante snelheid niet toestaan, bijvoorbeeld bij veel verkeer, op bochtige wegen of in het terrein.
Op wegen met steile hellingen bij een volledig beladen voertuig.
Stilstaande objecten worden niet herkend als deze niet daarvoor als rijdend werden herkend.
In bochten is het mogelijk dat doelvoertuigen uit het zicht verdwijnen of slecht opnieuw kunnen worden herkend. In dat geval wordt niet op een doelvoertuig afgeregeld en kunnen ongewenste acceleraties optreden.
De actieve afstandsassistent DISTRONIC in deze situaties niet gebruiken.
Wanneer de actieve afstandsassistent DISTRONIC het wegrijden regelt.
Wanneer de opgeslagen snelheid wordt opgeroepen terwijl deze duidelijk hoger of lager is dan de actueel gereden snelheid.
Wanneer de actieve afstandsassistent DISTRONIC een voorligger niet meer herkent of reageert op niet relevante objecten.
De actieve afstandsassistent DISTRONIC remt uw auto met tot 50% van de mogelijke vertraging af. Wanneer deze vertraging niet voldoende is, waarschuwt de actieve afstandsassistent DISTRONIC u optisch en akoestisch.
bij het schuin achter elkaar rijden of wisselen van rijstrook
op voetgangers, dieren, tweewielers of stilstaande voertuigen of onverwachte obstakels
op complexe verkeerssituaties
op tegenliggers en kruisend verkeer
De actieve afstandsassistent DISTRONIC kan in deze situaties niet waarschuwen of ondersteunend ingrijpen.
De actieve afstandsassistent DISTRONIC herkent mogelijk smalle voorliggers niet, bijvoorbeeld motorfietsen en schuin voor u rijdende voorliggers.